Jacobus 3

In het laatste deel van het vorige hoofdstuk, vers 14 tot 26, heeft Jacobus zeer krachtig gesproken over het geloof dat in Gods ogen “volkomen” is.
En dat is het geloof dat samengaat met werken. De werken van het geloof.

Ja, zoals vis en water bij elkaar hoort, zo hoort geloof en werken bij elkaar.
Ja, zoals een fiets en een wiel bij elkaar horen, zo hoort geloof en werken bij elkaar.

Broeders en zusters, vrienden. God laat niet met zichzelf spotten!
Een ieder wiens geloof niet samengaat met de werken, zoals God die heeft voorbereid, kan niet behouden worden.
Want dat geloof is een geloof dat dood is.

In dit derde hoofdstuk gaat Jacobus nu een ander krachtig betoog neerzetten. En dat gaat over hoe wij onze tong gebruiken, hoe wij spreken. En dat in het bijzonder voor hen die leraars zijn.

Ga je mee?
1 Laat niet zovelen uwer leraars zijn, mijn broeders; gij weet immers, dat wij er des te strenger om geoordeeld zullen worden.
2 Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden.
3 Als wij paarden de toom in de bek leggen, zodat zij ons gehoorzamen, kunnen wij ook hun gehele lichaam besturen.
4 Zie, ook de schepen, ofschoon zij zo groot zijn en door sterke winden voortgedreven worden, worden door een zeer klein roer gestuurd, waarheen maar het believen van de stuurman wil.

Laat niet zovelen uwer leraars zijn, mijn broeders; gij weet immers, dat wij er des te strenger om geoordeeld zullen worden.

Het woord vertaald “leraars” komt van het Griekse woord “didaskalos” en dit woord betekent ook letterlijk “leraar”.

Als we naar het nieuwe Testament gaan kijken zien we dat er in de vroege gemeenten verschillende functies waren.

Efeze 4:
11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,
12 om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
13 totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.

Ja, de vroege gemeente kende de posities van apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars.
Een apostel was iemand die door de Heilige Geest werd geleid om de boodschap van het nieuwe Testament bekend te maken, die op dat moment nog niet bekend was, aan de gelovigen van de eerste gemeenten. (Johannes 14: 26; 16: 12, 13; 1 Korinthe 2: 6- 16; Efeze 2: 19- 22; Efeze 3: 1- 6; Judas 3)

Profeten waren zij, die samen met de apostelen, waarheid bekend maakten en ook betrokken waren om zaken te voorzeggen. (Handl. 11: 27- 29; Handl. 13: 9- 12; Handl. 21: 10, 11; 1 Korinthe 14: 1- 40; Efeze 2: 19- 22; Efeze 3: 1- 6)

Evangelisten waren zij die heel specifiek geroepen waren om het geopenbaarde evangelie, door de apostelen en de profeten, te verkondigen zodat mensen tot bekering konden komen. (Handl. 21: 8; 2 Tim. 4: 5)

Herders is één van de vier titels voor ouderlingen, zij werden aangesteld om als hoofd te fungeren over lokale gemeenten en deze dienden. (Handl. 14: 23; Fill. 1: 1; Titus 1: 5)
De andere drie titels zijn, ouderling, opziener en voorganger.

Leraars, zij waren degene die lokale gemeenten bedienden met onderwijs, onderwijs dat door de apostelen en de profeten bekend gemaakt was.
(Vergelijk verder: Handl. 13: 1; 1 Kor. 12: 28, 29; 1 Tim. 1: 7; 2 Tim. 4: 1- 4; Hebreeen 5: 12; 2 Petrus 2: 1)
Verder spreekt het nieuwe Testament nog over diaken(en) als een officiele titel en functie in de gemeente. (1 Tim. 3: 8- 13)

En het zijn nu in het bijzonder “de leraars” die een speciaal woord krijgen, 1) laat niet velen van u leraars worden, want 2) een leraar komt onder een strenger oordeel terecht.

Matteus 12:
36 Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels,
37 want naar uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en naar uw woorden zult gij veroordeeld worden.

Ja, degene die lerend zijn in de gemeenten moeten zorgen dat zij spreken waar God spreekt!
Zij hebben een hele grote verantwoordelijkheid!

Niemand heeft het recht om iets te zeggen wat niet waar is. Niemand heeft het recht om iets anders te stellen dan dat God het gesteld heeft!

Leraars, luisteren wij?

1 Petrus 4:
11 Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; dient iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend, opdat in alles God verheerlijkt worde door Jezus Christus, aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen.

Leraars, luisteren wij?
Als iemand spreekt, laat het de woorden van God zijn.
Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden.

Terwijl het woord hier specifiek gericht is aan leraars is het ook zo dat we dit breder kunnen en mogen toepassen op alle gelovigen.
Ja, zo spreekt de schrijver dan hier ook over “wij struikelen allen”, en zo kunnen we dit principe van het zuiver spreken toepassen op alle gelovigen.

En zo stelt Jacobus dat “we allen struikelen in velerlei opzicht”, maar wie in zijn spreken niet struikelt is een volmaakt man. Door deze woorden heen worden we allemaal aangemoedigt om onze tong zuiver te gebruiken.

Efeze 4:
29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.

Koll. 4:
6 Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven.

Ja, als gelovigen worden we allemaal aangespoord om zuiver te zijn in ons spreken en dit door middel van de woorden, 1) Geen liederlijk woord kome uit uw mond, 2) maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen, 3) Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; 4) gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven.

Dit zijn allemaal krachtige woorden die laten zien dat de ware gelovige moet zorgdragen hoe hij of zij spreekt. Onze woorden kunnen zoveel bouwen of zoveel kapotmaken.

Broeder en zuster, vriend, hoe gebruik jij je mond?
En ja, zoals de tekst schrijft, wie in staat is om zijn tong in toom te houden, “is in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden”.

Als iemand zijn tong in toom kan houden, die kan zijn gehele lichaam in toom houden
Waarom? Dit omdat de tong het meest moeilijkste is om in toom te houden!
Dus ja, wie de tong beheerst, die kan alle andere delen van zijn gehele lichaam beheersen.

Om deze waarheid meer diepgang te geven, geeft Jacobus in de volgende twee verzen twee voorbeelden daarvanEen paard word geheel door een toom geleid. Een schip wordt geheel door een roer geleid.

Als wij paarden de toom in de bek leggen, zodat zij ons gehoorzamen, kunnen wij ook hun gehele lichaam besturen.

Ja, om de woorden van het vorige vers meer door te laten dringen en meer kracht te geven, geeft Jacobus in dit vers het beeld van een paard die een toom, een bit, in de mond wordt gedaan, en deze toom is in staat het gehele lichaam van het paard te besturen.
Spreuken 10:
19 In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig.

Spreuken 15:
1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op.
2 De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, maar de mond der zotten stort dwaasheid uit.
3 De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen, opmerkzaam acht gevend op kwaden en goeden.
4 Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest.

Ja, bij een paard wordt het gehele lichaam gestuurd door de toom in de mond van het paard. En zo, als iemand zijn of haar mond onder controle heeft, dan heeft iemand zijn gehele lichaam onder controle.

Zie, ook de schepen, ofschoon zij zo groot zijn en door sterke winden voortgedreven worden, worden door een zeer klein roer gestuurd, waarheen maar het believen van de stuurman wil.
En zo komt Jacobus met een tweede voorbeeld. Een schip en haar roer. Ja, schepen zijn groot en worden door sterke winden voortgedreven. Toch wordt een schip uiteindelijk door een roer gestuurd.
En zo stuurt de stuurman, dit grote schip, door het roer de kant op waar hij het heen wil hebben.

Ja, het roer, dat heel klein is in vergelijking met een groot schip, dat leidt het gehele schip.
En zo, wie zijn tong in toom heeft die leidt en stuurt zijn gehele lichaam. Alles is dan onder controle.

Maar wat is dat het contrast?
Als iemand zijn mond niet in toom heeft, die zal ook andere delen van zijn lichaam zeker niet in toom hebben!

Spreuken 12:
18 Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong der wijzen brengt genezing aan.

Spreuken 16:
24 Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente.

Spreuken 25:
11 Een woord, in juiste vorm gesproken, is als gouden appelen op zilveren schalen.

Broeder en zuster, vriend, waar sta jij? Hoe spreekt jou mond?
Wordt jou mond geleid door hemels denken of door aards denken?
Laat jij je mond leiden door God of laat jij je mond leiden door je eigen wijsheid?

Broeder en zuster, vriend, woorden hebben al zoveel gebroken, het heeft vele harten gebroken en vele relaties gebroken en schade aangedaan die bijna niet meer te repareren is.

Broeder en zuster, vriend, mag ik je vragen om je mond te laten leiden door God?
Dan zullen je woorden genezing brengen! Dan zullen je woorden herstel brengen.

-------------------------------------------------------------------------------------

Maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.

In de eerste vier verzen van dit hoofdstuk heeft Jacobus krachtig gesproken aangaande onze tong, over ons spreken.

Jacobus heeft specifiek “de leraars” aangesproken op het gebruik van de tong.
Ja, leraars die vallen onder een strenger oordeel, en daarom is het vooral voor een leraar van het Woord van God belangrijk om geestelijke waarheid over te brengen op een getrouwe, waardevolle en liefdevolle manier.

Maar deze woorden zijn ten diepste voor ons allemaal. Alle gelovigen behoren hun tong te bewaren voor het kwade! Ja, de tong is een klein lid, maar het kan zoveel schade doen of, het kan zoveel genezing brengen.

Spreuken 12:
18 Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong der wijzen brengt genezing aan.

Spreuken 16:
24 Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente.

Broeders en zusters, vrienden, ga je mee?

5 Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt.
6 Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.
7 Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur,
8 maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.

Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt.

Met de voorgaande woorden, vers 1- 4, heeft Jacobus laten zien dat de tong een “klein lid” is, maar dat het een zeer krachtig deel is van het leven. Ja, het voert een hoge toon!
De tong is in staat om het gehele lichaam te sturen!
Wat de tong denkt, en zegt, zo doet het lichaam!

En omdat nog eens kracht bij te zetten stelt Jacobus in deze tekst, “Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt”.

Ja, elk groot bos wat in brand staat, is het gevolg van een “weinig vuur”. Ja, elk vuur begint met een heel klein vlammetje!
En zo is de tong. De tong kan ook heel veel in brand steken!
De tong kan heel veel vernietigen!

Of, de tong kan helend spreken, genezend spreken en liefdevol spreken.

Efeze 4:
29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.

Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.

In dit vers gaat Jacobus de toepassing geven van het vorige vers.
Alle branden beginnen met “een weinig vuur”, maar het kan een groot bos compleet verwoesten.

En zo het het ook met de tong. Ook de tong, zo klein, kan een heel veel vernietigen en verwoesten. Als we het niet in bedwang houden dan is het een wereld van ongerechtigheid!
Spreuken 26:
20 Als er geen hout is, dooft het vuur; waar geen lasteraar is, komt de twist tot rust.

Ja, de tong neemt haar plaats in onder onze leden.
Ons lichaam bestaat uit heel veel leden, en één van die leden is de tong en de tong neemt een specifieke plaats in tussen al die leden.
Maar de tong, als we die niet in toom houden, is iets wat “het gehele lichaam” kan bezoedelen, het rad van geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.

En ja, die laatste uitspraken vragen onze aandacht.
Ja die uitspraken zijn enigsins lastig om die volledig tot uiting te laten komen, maar we gaan naar deze dingen kijken in de context.

De tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt.
Ja, Jacobus heeft geschreven dat de tong een plaats inneemt onder onze leden.
Wat zijn deze leden? Deze leden zijn alle delen van ons fysieke lichaam. Zo bestaat het fysieke lichaam uit heel veel delen en één van die delen is de tong.

Maar het is nu juist die tong, dat kleine lid, wat het gehele lichaam kan bezoedelen.
Het woord vertaald “bezoedelt” komt van het Griekse woord “spiloo” en dit woord betekent “bevuilen of verontreinigen”.
Dus ja, dit kleine lid, dan het gehele lichaam bevuilen en verontreinigen.

Ja, als dit kleine lid niet in controle is dan bezoedelt het het gehele lichaam.
Dit omdat er een zeer grote kracht uitgaat van dit kleine lid. En dit kracht maakt het zo, dat bij verkeerd gebruik het gehele lichaam bezoedelt word.
En bij goed gebruik maakt het het gehele lichaam rein. Een gezonde tong betekent een geestelijk gezond lichaam en een ongezonde tong betekent een geestelijk verontreinigd lichaam.

Ja, goed gebruik van de tong geeft vrede en rust in het gehele lichaam. En dit gaat terug naar de beeldspraak van vers 2, “Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden”.

Ja, dit laat zien dat de tong het moeilijkste is om onder controle te krijgen. Dus als iemand zijn tong in toom heeft, dan is de rest van zijn lichaam zeker onder controle.
Spreuken 16:
27 Een nietswaardig man delft boosheid op, op zijn lippen is het als verzengend vuur.

De tong neemt haar plaats in onder onze leden en het zet het rad der geboorte in vlam.
Dit kleine lid, de tong, neemt haar plaats in onder onze leden en het zet het rad der geboorte in vlam. Wat betekent dit?

Het woord vertaald “rad” is vertaald van het Griekse woord “trochos” en dit woord betekent “wiel”.
Het woord vertaald “geboorte” komt van het Griekse woord “genesis” en dit woord betekent “oorsprong of begin”.

Vanuit deze gedachte is de tong als het ware het wiel, waarom het gehele radarwerk van het natuurlijke leven draait. Vanaf het begin dus. En vanaf het begin tot het einde.
Zo wordt er vanaf het begin de tong in werking gezet. En als het dan in werking wordt gesteld dan fungeert het als een vlam.

Ja, en zo komen we terug bij het principe dat de tong van de natuurlijke mens een dodelijke vlam is, een venijn.

Het woord vertaald vlam komt van het Griekse woord “phlogizo” en dit woord betekent “aansteken of in brand steken”.
En zo lijkt het dat we hier sprekn over dat er vanaf het begin, van leven, een rad in werking is gesteld, de tong, en dit rad als dit niet goed bedwongen wordt, steekt alles in brand. En de verwoesting is dan groot!

En ja, we zien dit ook in zovele levens van mensen, veel gebrokenheid, veel pijn en veel verdriet. Waarom? Omwille de tong! Dat kleine lid!
Dat kleine lid heeft al zoveel schade veroorzaakt en zoveel verwijdering.

Maar bij goed gebruik kan het herstellen, bouwen en genezen.

Terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.
Tot op dit punt is de tong een vlam genoemd. En deze vlam wordt zelf in vlam gezet door de hel. Ja, wat is de hel? De hel is een plaats van het kwaad en van vuur.
We zien hier een relatie tussen het kwaad van de tong en de hel.

Zo zien we, ondanks dat het misschien wat lastig is om de volledigheid en diepgang van deze woorden geheel te begrijpen zien we wel een beeld verschijnen.
Wat is dat beeld? Het beeld is dat de tong zoveel kwaad kan doen dat het vergeleken wordt met een vlam dat veel, dat alles, kan verwoesten.

Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur, maar de tong kan geen mens bedwingen.
En zo komt Jacobus tot een opmerkelijke opmerking waarin we opnieuw de verdere diepgang van zijn woorden gaan zien.

Wat is er al niet door de mens bedwongen? Wilde dieren! Vogels! Kruipende dieren! Zeedieren?
Ja, leeuwen, olifanten, dolfijnen, orka’s, veel dieren zijn door de mensen en door de menselijke natuur bedwongen.
Maar de tong? Die kan geen mens temmen!

In al deze woorden zien we een zeer scherp beeld ontstaan over wat de tong allemaal kan veroorzaken. Zoveel leed! Zoveel pijn! Zoveel verwijdering tussen mensen! Zoveel gebroken harten!

Wie kan de tong bedwingen?
En toch, door de ware wedergeboorte waar de oude mens van gedachten veranderd en waar de oude mens sterft, kan die tong wel degelijk getemd worden!
En toch, door de kracht die God verleend aan de gelovige, kan de tong zeker getemd worden!

Matteus 19:
26 Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.

Efeze 3:
20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen,
21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.

Filippenzen 4:
13 Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft.

Broeders en zusters, vrienden, de tong kan getemd worden!
Door de ware wedergeboorte en door Zijn kracht in ons leven!
Laat jij de wedergeboorte toe?
Laat jij Zijn werkende kracht toe?

Het is Zijn opdracht aan ons! Laat je tong temmen!
Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.

Ja, de natuurlijke tong is een 1) onberekenbaar kwaad en het is 2) vol dodelijk venijn!

De tong is een kwaad dat onberekenbaar is.
Het woord vertaald “onberekenbaar” is vertaald van het Griekse woord “akataschetos” en dit woord betekent, “iets dat niet bedwongen kan worden”.

Ja, tenzij iemand zijn tong bedwingt is het een kwaad.

De tong is vol dodelijk venijn.
Het woord vertaald venijn komt van het Griekse woord “ios” en dit woord betekent “gif”.
Ja, dat is wat de tong is. De niet getemde tong is een tong vol vergif en dit vergif is dodelijk.

Broeders en zusters, vrienden, hoe spreekt jij?
Heb jij je tong laten temmen door God? Door de verandering van gedachten en door de wedergeboorte?
Laat jij je leiden door God en door geestelijke normen en waarden?

Broeders en zusters, vrienden. Hoeveel is er al kapotgemaakt door gesproken woorden en uitingen van de tong?
Hoeveel vriendschappen en relaties zijn er al kapotgemaakt door het vergif van de tong?
Hoeveel huwelijken zijn er al kapotgemaakt door het vergif van de tong?

Hoeveel vriendschappen en relaties moeten er nog kapot gemaakt worden?
Hoeveel huwelijken moeten er nog kapot gemaakt worden?
Als het aan God ligt niet één?

Maar is jou tong een instrument van kwaad en vergif?
Of is jou tong een instrument van genezing en herstel?

---------------------------------------------------------------------------------------
Uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.
Ja, in de eerste acht verzen heeft Jacobus zeer krachtig gesproken over het gebruik van onze tong.
In de eerste plaats was dit een boodschap aan degene die “leraars” waren en in de tweede plaats is dit een boodschap voor alle gelovigen.

En er kwam een krachtige waarschuwing uit voort. Een waarschuwing die we allemaal moeten horen! “Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn”.

Broeders en zusters, staat er een wacht over jou lippen?

Psalm 141:
3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen.

Broeder en zuster, vriend, dit was het gebed van David, is dit ook jou gebed?

9 Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn:
10 uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort. Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.
11 Doet soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?
12 Kan soms, mijn broeders, een vijgeboom olijven of een wijnstok vijgen opleveren? Evenmin kan een zilte bron zoet water geven.

Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn: uit dezelfde mond komt zegening en vervloeking voort.
Ja, wat doen onze lippen? We loven de Here en Vader! En we vervloeken de mensen!
En dat kan niet!

Het woord vertaald “zegening” komt van het Griekse woord “eulogia “en betekent “loven, lof brengen, roem brengen en roemen”. Met de implicatie van iemand groot maken!

Het woord vertaald “vervloeking” komt van het Griekse woord “katara” en dit woord betekent “iets kwaads zeggen, kwaadspreken”. Met de implicatie van iemand breken, iemand beschadigen, iemand neerhalen.
Ja, in dit zien we twee tegenpolen, en voor de Christen mag dit geen realiteit zijn.

Waarom kan dit niet?
In de eerste plaats omdat de mens dit niet behoort te doen.
En in de tweede plaats omdat alle mensen gemaakt zijn naar de gelijkenis van God.
Wat schrijft Genesis?

Genesis 2:
26 En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
27 En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

Ja, alle mensen, zijn geschapen naar Gods beeld.
Met andere woorden, alle mensen dragen in henzelf het goddelijke!
Dus, als iemand een mens vervloekt dan vervloekt hij eigenlijk God.

Ja, zo is het totaal ongerijmd om eerst God te loven en op een ander moment, de beelddrager van God, de mens te vervloeken, te beschadigen of neer te halen.

En ja, zo zei Jezus:

Lukas 6:
27 Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten;
28 zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen.

Het verhaal wordt verteld van een juffrouw die haar klas op een bepaalde dag een opdracht gaf om een tekening te maken van iemand die ze niet leuk vonden. Ze mochten daarna een korte pauze houden en dan zou de juffrouw deze tekeningen aan de muur hangen en als ze dan terugkwamen mochten ze pijlen naar de tekeningen gooien.

En ja, velen maakten een tekening, gingen lunchen en toen ze terug in de klas kwamen hingen de tekeningen aan de muur en gingen ze pijlen gooien.
Iedereen lachtte terwijl de tekeningen vol gaten en scheuren kwamen te zitten.

Na een bepaalde tijd zij de juffrouw dat ze de tekening van de muur mochten halen en aan de achterkant van de tekening moesten kijken.  En toen ze op de achterkant keken schrokken ze!
Op de achterkant zagen ze allemaal nog steeds heel duidelijk een tekening van het gezicht van Jezus.
Ja, de juffrouw had, zonder dat de leerlingen het wisten, tijdens de lunchpauze een tekening van Jezus aan de achterkant van elke tekening geplakt.

En zo, iedereen schrok en werd zich bewust van een essentieel principe, als je een mens pijn doet, dan doe je God en Jezus pijn. Mensen zijn beelddragers van God.
Doe je een mens pijn, dan doe je God pijn!
Doe je goed aan een mens dan doe je goed aan God!

En zo zegt Jezus in Matteus 25:

Matteus 25:
31 Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid.
32 En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken,
33 en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.
34 Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beerft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af.
35 Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest,
36 naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen.
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien en hebben wij U gevoed, of dorstig en hebben wij U te drinken gegeven?
38 Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en hebben U gehuisvest, of naakt, en hebben U gekleed?
39 Wanneer hebben wij U ziek of in de gevangenis gezien en zijn tot U gekomen?
40 En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan een van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.
41 Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.
42 Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven;
43 Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht.
44 Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis, en hebben wij U niet gediend?
45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan een van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan.
46 En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.

Dit moet, mijn broeders, niet zo zijn.

Nee, broeders, die MOET NIET ZO ZIJN!
Simpel, eenvoudig en naar het hart!

Broeders en zusters, vrienden.
Wij hebben geen enkel recht om andere mensen te krenken, pijn te doen, te verwonden of te vervloeken met onze woorden.

Wij worden opgeroepen tot een veel groter doel!

Efeze 4:
29 Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.

Ja, onze woorden behoren te bouwen, te genezen, te herstellen!

En dan geeft Jacobus in de volgende verzen drie krachtige voorbeelden uit de natuur.

Doet soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?

Nee, 1) een bron zend geen zoet en bitter water uit!
Broeders, de natuur roept ons!
De natuur leert ons! Nee, dit is onmogelijk!

Een bron kan geen zoet en bitter water geven.
Kan soms, mijn broeders, een vijgeboom olijven of een wijnstok vijgen opleveren?

Nee, 2) een vijgeboom geeft geen olijven en een wijnstok geeft geen vijgen!
De natuur leert ons broeders en zusters, vrienden!
De natuur leert ons! Nee, dit is onmogelijk!

En zo sprak Jezus.
Lukas 6:
44 Want elke boom wordt aan zijn eigen vrucht gekend. Want van dorens leest men geen vijgen, en van een braamstruik oogst men geen druif.
45 Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond.

Evenmin kan een zilte bron zoet water geven.

Nee, 3) een zilte bron kan geen zoet water geven.
De natuur leert ons! Nee, dit is onmogelijk!

Het woord vertaald zilt komt van het Griekse woord “halukos” en dit woord betekent zout.
En nee, natuurlijk niet, een zoute bron kan geen zoet water geven.

Broeders en zusters, vrienden, met al deze woorden uit vers 1- 12 worden we allemaal aangespoord om een wachter op onze lippen te zetten.
Laat jij God toe om een wachter op je lippen te zetten?
Of blijf jij spreken vanuit je natuurlijke mens?
Het is het verschil tussen leven en dood?
Wat kies jij?

Jozua 24:
15 Maar indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult: of de goden die uw vaderen aan de overzijde der Rivier gediend hebben, of de goden der Amorieten, in wier land gij woont. Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen!

Ja, broeders en zusters, vrienden, laten we een wachter over onze lippen zetten.
Laten we spreken, woorden van herstel, woorden van Zijn waarheid, woorden van genezing, woorden van liefde, en dat met warmte en met respect gesproken.

Zelfs als we moeten confronteren, laten we spreken met als doel, herstel, genezing en alles volgens Zijn waarheid.

Galaten 6:
1 Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
2 Verdraagt elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen.

Ja, laten we ten allen tijde waarheid spreken en dit in de geest van zachtmoedigheid.
En laten we elkanders lasten dragen. SAMEN, SAMEN EN SAMEN.


---------------------------------------------------------------------------------------

Indien gij echter bittere naijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid. Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels.

In de eerste 12 verzen van dit hoofdstuk heeft Jacobus duidelijk en krachtig gesproken aangaande het gebruik van onze tong.
In de eerste plaats was dit een waarschuwing aan leraars en in de tweede plaats aan alle gelovigen.

De laatste verzen, 13- 18, van dit hoofdstuk gaat Jacobus weiden aan het onderscheid tussen aardse en hemelse wijsheid.
Ga je mee?
13 Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
14 Indien gij echter bittere naijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid.
15 Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels;
16 want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.

Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
Ja, dit is een zeer belangrijke en cruciale vraag! Misschien wel één van de belangrijkste vragen die iemand ooit kan stellen!
Wie is nou werkelijk wijs en verstandig onder u. En wat is het antwoord op die vraag?

De persoon die wijs en verstandig is, is de gelovige die 1) met werken, 2) zijn goede wandel kan laten zien, en dit met 3) wijze zachtmoedigheid.

En ja, zo zijn we weer terug in het tweede hoofdstuk waar Jacobus sprak over goede werken in het leven van de gelovige.
Ja, de gelovige behoort een goede wandel te hebben die vol is van goede werken en dit met wijze zachtmoedigheid.
Het woord vertaald “zachtmoedigheid” komt van het Griekse woord “prautes” en dit woord betekent “zachtaardig en mild”.

De term “zachtmoedig” verwijst naar een karaktertrek die getuigt van vriendelijkheid en goedigheid. Iemand die zachtmoedig is, heeft een vriendelijk karakter en is 1) aangenaam 2) barmhartig 3) bevallig 4) goedaardig 5) goedertieren 6) goedhartig 7) goedig 8) goedmoedig 9) liefelijk 10) meegaand en 11) mild. (Volgens het woordenboek)

En zo zien we hier een persoon beschreven die een goede wandel heeft met goede werken en die goede werken gaan gepaard met wijsheid en met zachtaardigheid.

Broeders en zusters, vrienden, hoe mooi zou de wereld eruit zien met dit soort van mensen!
Mensen die met wijsheid en met zachtaardigheid wandelen.
En nee, dit zijn geen zwakke mensen, die zijn sterke mensen.
Dit zijn mensen die zich laten leiden door Zijn Woord en Zijn Geest.

Broeders en zusters, vrienden, ben jij vol van goede werken?
Ben jij vol van wijze zachtmoedigheid?
Dan ben je een werktuig naar Gods wil!
Dan ben je wijs en verstandig!

Ben je dit niet?
Dan ben je geen werktuig naar Gods wil!
Dan ben je niet wijs en verstandig!

Filippenzen 2:
14 Doet alles zonder morren of bedenkingen,
15 opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld,
16 het woord des levens vasthoudende, mij ten roem tegen de dag van Christus, dat ik niet vruchteloos (mijn wedloop) gelopen, noch vruchteloos mij ingespannen heb.

Durf jij jezelf in de spiegel van de waarheid te bekijken? (Jac. 1: 23- 25)
Indien gij echter bittere naijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid.
En ja, dan anderzijds.
Als iemand bittere naijver en zelfzucht in het hart heeft, dan is er geen enkele ruimte voor roem en zo iemand liegt tegen de waarheid!

Het woord vertaald “naijver” komt van het Griekse woord “zelos” en dit woord betekent “vuur en gloed”, dit woord is een neutraal woord, het beschrijft iemand die vurig is, en dit kan voor zowel het goede als het kwade zijn. Hier wordt het verbonden aan  bitterheid en zelfzucht. Dus, hier wordt iemand beschreven die zeer ijverig is in bitterheid en zelfzucht.

Het woord vertaald “zelfzucht” komt van het Griekse woord “eritheia” en dit woord betekent “kuiperij om ereposten”. Iemand die zoekt naar eigen eer en iemand die zichzelf in de schijnwerper wil zetten!
Ja, dit woord beschrijft iemand die geheel met zichzelf bezig is. Iemand die ten diepste niet om een andere geeft, alleen maar bezig is om een erepost te krijgen.

En ja, als iemand dit in zijn hart heeft dan 1) moet zo iemand zich niet beroemen en zo iemand 2) liegt tegen de waarheid.

Ja, de bittere naijver en de zelfzucht staan hier tegenover de “wijze zachtmoedigheid” uit het vorige vers. En als bittere naijver en zelfzucht in uw hart verkeert dan liegt u tegen de waarheid! Tegen Gods waarheid! Dan liegt iemand tegen God zelf.

Broeders en zusters, vrienden, durven wij in de spiegel van de waarheid te kijken.
En ja, staan we hier allemaal niet ten dele schuldig?

Waar sta jij? Hoe sta jij? Hoe sta ik? Waar sta ik?
Ben ik voor of tegen de waarheid?

Wat schreef Paulus aan de gemeenten van Galaten?

19 Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid,
20 afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen,
21 nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.

Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels; want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.

Nee, gevuld zijn met bittere naijver en zelfzucht, dat is niet de wijsheid van boven, maar deze “wijsheid” is aards, ongeestelijk en duivels.

Het woord vertaald “aards” komt van het Griekse woord “epigeios” en dit woord betekent “van deze aarde”met de nadruk op “van de aarde, van deze wereld, van het vlees, en dat is zondig”.
Wat lazen we in hoofdstuk 1?

Jacobus 1:
16 Dwaalt niet, mijn geliefde broeders.
17 Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer.

Ja, goede gaven komen van boven, niet van beneden.
Beneden, op deze natuurlijke aarde, daar regeert de zonde.

We zien dit ook in Kollosenzen 3:

1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.
2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
3 Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.


Het woord vertaald “ongeestelijk” komt van het Griekse woord “psuchikos” en dit woord betekent “van of behorend tot de adem”. Met de nadruk op de zintuiglijke natuur met zijn liefde voor vleselijke hartstochten.
Het woord vertaald “duivels” komt van het Griekse woord “daimonioodes” en dit woord betekent “gelijkende op of komende van een boze geest, demonisch”.

Ja, als iemand naijverig is en meer liefde heeft voor zichzelf dan voor de ander, zo iemand is vervuld met de zaken van de aarde, vervuld met liefde voor hartstocht en zo iemand is gelijkend aan een boze geest.

Broeders en zusters, vrienden, durven wij eerlijk te zijn?
Durven wij in de spiegel van de waarheid te kijken?

En ja, wat heerst er waar naijver en zelfzucht is? Wanorde en allerlei kwade praktijk!

Broeders en zusters, vrienden. Bittere naijver en zelfzucht heeft al zoveel pijn veroorzaakt, zoveel harten gebroken, zoveel relaties verbroken en zoveel dierbare vriendschappen verbroken.

Matteus 20:
20 Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem, met haar zonen, en zij boog zich voor Hem neder, om iets van Hem te vragen.
21 Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen mogen zitten, een aan uw rechterzijde en een aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk.
22 En Jezus antwoordde en zeide: Gij weet niet wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik zal drinken? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het.
23 Hij zeide tot hen: Mijn beker zult gij wel drinken, maar het zitten aan mijn rechterzijde en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is door mijn Vader.
24 En toen de tien dit hoorden, namen zij het de beide broeders kwalijk.
25 Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen.
26 Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn,
27 en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn;
28 gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Ja, wie wil er groot worden in het koninkrijk van Jezus?

Degene die groot wil zijn in het koninkrijk van Jezus moet een dienaar worden, een dienaar van anderen. Dan ben je groot bij God!

Zoals Jezus niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven als een losprijs voor velen.

Kan jij geven? Dan ben je groot!
Kan jij geven, zelfs aan je vijanden? Dan ben je groot!

-------------------------------------------------------------------------------------

Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.

In de laatste 3 verzen is Jacobus een krachtig betoog begonnen om te laten zien wat het onderscheid is tussen hemelse en aardse wijsheid, tussen geestelijke en ongeestelijke zaken, tussen goddelijke en demonische zaken.
En zo kwam Jacobus tot de woorden, “Indien gij echter bittere naijver en zelfzucht in uw hart hebt, beroemt u dan niet en liegt niet tegen de waarheid. Dat is niet de wijsheid, die van boven komt, maar zij is aards, ongeestelijk, duivels; want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk”.

Ja, broeders en zusters, vrienden, Dit is de waarheid! Of de on-waarheid!
Waar sta jij?

Nadat Jacobus dit krachtige woord heeft neergezet, gaat hij verder om de wijsheid die van boven is te beschrijven.
Ga je mee?

17 Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
18 Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten.

Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
En zo komt Jacobus om te gaan beschrijven de wijsheid die van boven is.
Haar oorsprong ligt in de hemel bij God. Bij de volmaakte God.
Hoe ziet deze wijsheid eruit?
Rein:
Het woord vertaald “rein” komt van het Griekse woord “hagnos” en dit woord betekent “eerbied opwekkend, eerbiedwaardig, heilig, rein van vleselijkheid, kuis, ingetogen, rein van iedere schuld, vlekkeloos en zuiver”.
Ja, deze wijsheid van boven is rein, zonder vlek van onzuiverheid.

Matteus 5:
8 Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien.

Is jou tong rein?
Is jou tong zonder vlek?
Is jou tong zuiver?
Vreedzaam:
Het woord vertaald “vreedzaam” komt van het Griekse woord “eirenikos” en dit woord betekent “vreedzaam, vredelievend,  vrede met zich brengend”.

Ja, de wijsheid van boven is vreedzaam.
Dit spreekt van een gelovige die ten allen tijde vrede wil stichten, onderhouden en bewaren.
Dit spreekt over een gelovige die, ook al gaat het iets kosten, altijd zal proberen om vrede te stichten, te onderhouden en te bewaren.
Deze gelovige overwint het kwade spreken van anderen door het goede!
Het volmaakte!

Romeinen 12:
18 Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen.
19 Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.

Vriendelijk:
Het woord vertaald “vriendelijk” komt van het Griekse woord “epieikes” en dit woord betekent “gepast, behoorlijk, geduldig, mild, goedig”.

Ja, de wijsheid van boven is vriendelijk.
Ja, deze wijsheid is mild, gepast en goedig. Altijd op zoek om te bouwen.

Filippenzen 4:
4 Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!
5 Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.

Ja, de ware gelovige zal altijd vriendelijk zijn. Hij zal gepast zijn in zijn of haar spreken en goedig! Altijd bouwend. Nooit brekend!

Gezeggelijk:
Het woord vertaald “eupheites” komt van het Griekse woord “hagnos” en dit woord betekent “gehoorzaamheid in het geven van voorrang aan de ander”.

Ja, de wijsheid van boven is gezeggelijk. Ja, deze wijsheid laat zich gezeggen!
Deze wijsheid is een wijsheid die naar anderen kan luisteren en zo overtuigd kan worden.
Het houdt niet vast aan eigen wijsheid!

De ware gelovige houdt vast aan de waarheid!
De ware gelovige houdt vast aan volmaakte liefde voor God!
De ware gelovige houdt vast aan de volmaakte liefde voor de naaste!
En zo, vanuit die context zal de ware gelovige gezeggelijk zijn.
Alles wat overeenkomt met Gods waarheid en liefde zal de ware gelovige zich “laten gezeggen”.

Handelingen 18:
24 En een zekere Jood, genaamd Apollos, geboortig uit Alexandrie, een geleerd man, doorkneed in de Schriften, kwam te Efeze.
25 Deze was ingelicht omtrent de weg des Heren en, vurig van geest, sprak en leerde hij nauwkeurig hetgeen op Jezus betrekking had, ofschoon hij alleen wist van de doop van Johannes.
26 En deze begon vrijmoedig op te treden in de synagoge. En toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legden hem de weg Gods nauwkeuriger uit.

Ben jij gezeggelijk?
Kan jij je gedachten veranderen als de waarheid dit vraagt?
Of ben je een eeuwige vasthouder aan eigen gelijk? Je eigen traditie?
Je eigen wijsheid?
Vol van ontferming.
Het woord vertaald “ontferming” komt van het Griekse woord “eleos” en dit woord betekent “medelijden, vriendelijkheid of goedheid jegens de ongelukkige en bedroefde, met een verlangen hem te helpen”.

Ja, de wijsheid van boven is “vol van ontferming”. Vol met een hand die wil helpen, vol van een hart dat met medelijden de ander helpt, vol van voeten die bewegen voor de ander, vol van liefde, Zijn liefde, die zorgt en die helpt.

Ben jij een barmhartige Samaritaan, vol ontferming?
Ben jij vol ontferming naar anderen zoals God vol ontferming naar jou geweest is?

Lukas 15:
18 Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u,
19 ik ben niet meer waard uw zoon te heten; stel mij gelijk met een uwer dagloners.
20 En hij stond op en keerde naar zijn vader terug. En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen.
21 En hij liep hem tegemoet viel hem om de hals en kuste hem.

Ja, de wijsheid van boven is ALTIJD vol ontferming, vol van vergeving en vol van een met liefde ontvangende houding.
Vol van goede vruchten:
Ja, de wijsheid die van  boven is, is simpelweg gevuld met goede werken, vol van goede werken. (Jacobus 2: 14- 26)

De ware gelovige zal altijd wegen proberen te zoeken en te vinden waar hij kan werken.
Werken voor Vader! Tot Zijn lof en glorie.
Werken voor de naaste! Tot Zijn lof en glorie.

Zijn jou ogen open voor het welzijn van je naaste?

Onpartijdig:
Het woord vertaald “onpartijdig” komt van het Griekse woord “adiakritos” en dit woord betekent “geen onderscheid makend”.

Ja, de wijsheid van boven is onpartijdig. (Jacobus 2: 1- 9)
De wijsheid van boven zoekt altijd de waarheid en zoekt dit altijd “zonder aanzien des persoons”.
De ware gelovige behandeld allen gelijkwaardig. Zonder enig vooroordeel.
Ongeveinsd:
Het woord vertaald “ongeveinsd” komt van het Griekse woord “unhupokritos” en dit woord betekent “zonder hypocrisy, volledig echt”.

Ja, de wijsheid van boven is zonder geveinsdheid!
Het is volledig oprecht zonder enige vorm van onechtheid.

2 Tim. 1:
3 Ik breng dank aan God, die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag;
4 immers, als ik denk aan uw tranen, verlang ik u te zien om met blijdschap vervuld te worden;
5 en dan komt mij voor de geest uw ongeveinsd geloof, zoals het eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois en uw moeder Eunike, en ook - daarvan ben ik overtuigd - (woont) in u.

Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten.
Met deze woorden gaat Jacobus dit prachtige hoofdstuk afsluiten. Een hoofdstuk waarin Jacobus krachtig heeft gesproken over het gebruik van de tong en een prachtig betoog heeft neergezet aangaande aardse en hemelse wijsheid.

Ja, door deze laatste woorden laat Jacobus zien hoe belangrijk, door dit alles heen, de vrede is.

Ja, hemelse wijsheid die “gerechtigheid” heet, dat is een vrucht die in vrede gezaaid behoort te worden in hen die vrede stichten en zo wordt nog meer vrede gesticht.
Ja, dat is Gods wil!
Wat deed God door Jezus?
Lukas 2:
11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende:
14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.

Ja, door Jezus kwam God vrede stichten op aarde!
Wat is Gods wil voor Zijn kinderen?

Matteus 5:
9 Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.

God wil dat zijn kinderen vredestichters zijn. Vredestichters in alle omstandigheden!

Broeders en zusters, vrienden, wees vredestichters!
Meer en meer!
Hebreeen 12:
14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.

Ben je een vredestichter? Dan zal je God zien!
Ben je geen vredestichter? Dan zal je God niet zien!

 

Copyright © 2017 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by R081N
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX.nl VDX

Naar boven