1 Korinthe 13

Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.

In het vorige hoofdstuk ligt de nadruk op drie fundamentele principes, 1) Het is de Heilige Geest die gaven heeft uitgedeeld zoals Hij het wilde, 2) deze gaven waren voor de stichting en het welzijn van de gemeente en, 3) de Geest heeft alle gelovigen tot één lichaam gedoopt en gedrenkt.
Paulus had het 12de hoofdstuk afgesloten met de woorden “Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert”.
En deze weg, die gaat Paulus nu uitvoerig beschrijven.

1 Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.
2 Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.
3 Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.

Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.

Ja, de broeders van de gemeente mochten streven naar de hoogste gaven.
Maar er was een gave die ten allen tijde hoger voerde dan welke gave ook maar gegeven, en dat was de gave van (goddelijke) liefde.
En zo kon Paulus, hier in hoofdstuk 13, het hoofdstuk aanvangen met de woorden dat iemand met tongen van mensen en zelfs met tongen van engelen zou kunnen spreken, maar als dit niet gepaard ging met (goddelijke) liefde, dan was zo iemand NIETS.

Er zijn een aantal belangrijke woorden in dit vers.

Tongen der mensen: In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat dit een referentie is naar talen. ”. In het nieuwe Testament staat dit woord voor een taal of een dialect dat een bepaald volk spreekt in onderscheid van die van andere volken”. (Handl. 2: 4- 11)

Tongen der engelen:Dit is de enige plaats waar deze woorden gebruikt worden. Het lijkt erop dat Paulus dit als een manier van spreken gebruikt wat niet werkelijkheid zou kunnen zijn maar een manier om de diepgang van zijn uitspraak kracht bij te zetten.
Zo goed als hij in de volgende verzen spreekt over “alle geheimenissen en alles wat te weten is wist”, niet dat dit kan, maar weer om zijn woorden kracht bij te zetten.

Liefde: Het woord vertaald “liefde” komt van het Griekse woord “agape” en betekent “goedgezind zijn, het welzijn van de ander op het oog hebbende”.

Schallend koper: Het woord vertaald schallend komt van het Griekse woord “echeo” en dit woord betekent, “iets wat klinkt, iets wat weerklinkt”. Iets wat gelijk terugkaatst. En het woord vertaald koper komt van het Griekse woord “chalkos”en betekent “koper”.

Rinkelend cimbaal:
Het woord vertaald rinkelend komt van het Griekse woord “alalazo” en betekent “iets dat herhaaldelijk geschreeuwd word”. Het woord vertaald cimbaal komt van het Griekse woord “kumbalon” en dit woord betekent, “een cimbaal, een muziekinstrument dat bestond uit twee ronde metaalschijven, die tegen elkander werden geslagen”.

En zo, wat zien we dan in dit vers? We zien dat Paulus “de weg die nog veel verder omhoog voert” beschrijft als de weg van liefde. En alles, hoe groot dat ook maar moge zijn, alles wat zonder (goddelijke) liefde is, dat is NIETS.
En ja, zelfs al zou iemand alle talen kunnen spreken, zelfs, al zou het mogelijk zijn de talen van engelen, maar had iemand die ware liefde niet, HIJ WARE NIETS.

Iemand zoals deze wordt beschreven als een schallend koper of een rinkelend cimbaal.
En nee, niemand wil daarnaar luisteren!

Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.

En na de waarheid van dit eerste vers gaat Paulus verder naar een tweede waarheid, te weten, als iemand profetische gaven had, alle geheimenissen wist, alles wat te weten is wist en al het geloof had om een berg te verzetten, maar had iemand de (goddelijke) liefde niet, HIJ WARE NIETS.

En ja, in de vroege gemeente was het nog wel wat om profetische gaven te bezitten.
Zo iemand mocht de waarheid van God, die nog niet bekend was, bekend maken.
Dat was een prachtige gave!

En ja, stel dat er iemand is die alles wat er te weten is weet!! En geloof heeft om een berg te verzetten!!
Maar als dit niet gepaard ging met liefde, goddelijke liefde, dan ware zo iemand NIETS.

Broeders en zusters, vrienden, dit zijn  veelbetekenende woorden!
Wat doen we hiermee?

Broeders en zusters, vrienden, in het geloofsleven gaat het om liefde. Goddelijke liefde die zich uit in daden. (Matteus 7: 15- 27; Johannes 13: 34, 35; Johannes 15: 1- 15; Jacobus 2: 14- 26)
De liefde die Paulus in vers 4- 7 in al haar diepgang gaat bespreken.
Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets.
En na de waarheid van de eerste twee verzen gaat Paulus verder naar een derde waarheid, te weten, als iemand alles wat hij had uitdeelde en al zou iemand zijn lichaam geven om te worden verbrand, maar had iemand de (goddelijke) liefde niet, HIJ WARE NIETS.

Ja, dit laat ons weer een heel belangrijke waarheid zien. Iemand kan ten diepste dingen weggeven, alles weggeven, maar toch hoeft dit geen daad van liefde te zijn.
Iemand kan zijn lichaam geven om verbrand te worden, maar toch hoeft dit geen daad van liefde te zijn.

We zien in deze wereld mensen die zichzelf opblazen, mensen die zichzelf een bomgordel omdoen, maar is dit een daad van liefde? NEE. Dit is een daad van toewijding aan een ideologie. Het is ten diepste een daad van volmaakte haat.

Broeders, zusters, vrienden. Let op!
In een ware relatie met God gaat het om de liefde. Waarom?
Romeinen 13:
8 Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.
9 Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
10 De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet.

Johannes 13:
34 Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.

Wat zei Jezus?
Matteus 22:
36 Meester, wat is het grote gebod in de wet?
37 Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
38 Dit is het grote en eerste gebod.
39 Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

Geliefden, dit is waarom het gaat in het Christelijke geloof.
Het gaat om volmaakte liefde voor Hem, en volmaakte liefde voor onze medemens.

Waar sta jij?

---------------------------------------------------------------------------------------------

Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.

In dit dertiende hoofdstuk gaat Paulus ons de weg wijzen die nog veel verder omhoog voert.
Ja, in het twaalfde hoofdstuk heeft Paulus uitvoerig gesproken over de gaven van de Geest. En die waren belangrijk in de vroege gemeente.
Deze gaven waren essentieel! Maar het lijkt erop dat de gelovigen hier elkaar mee het hof probeerde te maken. En dat was nooit de bedoeling. En er waren van allerlei andere problemen in de gemeente.  Al deze problemen kende 1 oplossing! Ware liefde, goddelijke liefde.

En zo gaat Paulus de weg van de liefde bespreken, de weg die werkelijk omhoog voert.
Sterker nog, zonder liefde voert elke weg naar dood en verderf.

4 De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen,
5 zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
6 Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid.
7 Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.

De liefde is lankmoedig:
Het woord “lankmoedig” komt van het Griekse woord “makrothumeo”en dit woord betekent in de eerste plaats “volharden” of “de moed niet verliezen”. 
Het beschrijft iemand die geduldig en verdraagzaam is, onder alle omstandigheden, en daarin volhard en de moed niet verliest.

Ja, dit woord beschrijft de christelijke deugd die mild en traag is, ook al is het moeilijk, en om daarin te blijven volharden en de moed niet te verliezen.

We zien dit woord voor God gebruikt, Exodus 34: 6; Num. 14: 18 en Psalm 86: 15, waarin God beschreven wordt als God die niet zijn wraak over Israel liet gelden.
Zo beschrijft het de gelovige die in zijn gevoelens van wraak, dit niet toepast, maar ruimte geeft voor vergeving en verdraagzaamheid.
De liefde is goedertieren:

Het woord vertaald “goedertieren” komt van het Griekse woord “chresteuomai” en betekent vriendelijk zijn of vol van goedheid zijn.

Dit woord beschrijft de Christelijke deugd die altijd vriendelijk is, en die altijd vriendelijk blijft, onder alle omstandigheden.

Beide eigenschappen, lankmoedig en goedertieren, komen we tegen in Romeinen 2: 4 als kenmerken van Gods liefde.
Romeinen 2:
4 Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en lankmoedigheid, en beseft gij niet, dat de goedertierenheid Gods u tot boetvaardigheid leidt?

Hij stelt Zijn toorn uit, Hij verdraagt de zondige mens, en blijft zegenen in verwachting dat de mens zich bekeerd.
Deze eigenschappen worden ook van de gelovigen verwacht, die immers zelf als eersten Gods lankmoedigheid en goedertierenheid hebben mogen proeven.

Tot zover heeft Paulus twee kwaliteiten gegeven wat liefde is, lankmoedig en goedertieren.
In de volgende ontkennende beschrijvingen gaat Paulus laten zien wat de liefde niet is.
Zij is niet afgunstig:

De woorden vertaald “niet afgunstig” komen van de Griekse woorden “ou zelooo” en betekent “niet van ijver branden”
Het bespreekt iemand die niet gloeit van afgunst, nijd, haat, jaloersheid, twist en boosheid.
1 Korinthe 3:
2 Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu nog niet,
3 want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen?
4 Want wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus; en de ander: Ik van Apollos; zijt gij dan niet (onveranderde) mensen?

Ja, vanuit 1 Korinthe 3 leren we dat dit een probleem was in de gemeente.
Er was twist, er was haat en er was nijd.

Ja, dit woord beschrijft de liefde als de christelijke deugd die niet jaloers is, die niet nijdig wordt om wat de ander is of wat de ander bezit.
De liefde praalt niet:

De woorden vertaald “praalt niet” komen van de Griekse woorden “ou perpereuomai” en dit beschrijft iemand die zich niet als opschepper gedraagt, iemand die niet aan zelfverheffing doet of iemand die pronkt met wat hij of zij heeft of is.

1 Korinthe 12:
20 Maar nu zijn er wel vele leden, doch slechts een lichaam.
21 En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig.

2 Korinthe 10:
12 Want wij durven ons niet tellen onder of stellen naast sommigen van hen, die zichzelf aanprijzen. Maar zij meten zich af naar en vergelijken zich met zichzelf, zonder het zelf te begrijpen.

Ja, in de gemeente van Korinthe waren er sommigen die zich schuldig maakten aan het pralen.

Deze woorden beschrijft de liefde als de Christelijke deugd die nederig is en eerst plaats geeft aan de ander. Het beschrijft de Christelijke deugd die ruimte heeft voor een broeder en een zuster. Het beschrijft een Christelijke deugd die eerst het belang van de ander zoekt.
(Fill. 2: 1- 11)
Zij is niet opgeblazen:

Dit herinnert aan de verwijten van Paulus in 1 Korinthe 4: 6, 18, 19; 5: 2; 8: 1 en 2 Korinthe 12: 20

De woorden vertaald “niet opgeblazen” komen van de Griekse woorden “ou phuiooo”, en betekenen “niet hoogmoedig zijn of niet hooghartig gedragen”.

Zij kwetst niemands gevoel:

Nee, ware liefde, zal nooit het gevoel van een ander kwetsen.
Ware liefde handelt altijd in het welzijn van de ander.
Zij zoekt zichzelf niet:

Ja, ware liefde zal altijd klaarstaan om het belang van de ander te zien, ware liefde zal altijd de belangen van een ander honoreren.

Fill. 2:
1 Indien er dan enig beroep (op u gedaan mag worden) in Christus, indien er enige bemoediging is der liefde, indien er enige gemeenschap is des geestes, indien er enige ontferming en barmhartigheid is
2 maakt (dan) mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, een in liefdebetoon, een van ziel, een in streven,
3 zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang,
4 maar ieder (lette) ook op dat van anderen.

Zij wordt niet verbitterd:

Het woord “verbitterd” komt van het Griekse woord “paraxuno” en dit woord betekent “scherp maken”.
Nee, ware liefde wordt nooit scherp van tong of scherp van actie.
Zij rekent het kwade niet toe: (Bedenkt geen kwaad)

Nee, ware liefde houdt geen agenda bij van alles wat verkeerd is.

Ware liefde kent de geest van Christus die zei: “Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat zij doen”. (Lukas 23: 34)
Of zoals Stefanus zei: “reken hun deze zonde niet toe”. (Handl. 7: 60)

Zij is niet blijde over ongerechtigheid:

Nee, ware liefde zal nooit verblijd zijn over iets wat de naam onrechtvaardig draagt.
Wie bepaald wat onrechtvaardig is? Alleen God bepaald dat en Hij heeft dat laten weten door de Schriften.

2 Tim. 3:
16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid,
17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.

Maar zij is blijde met de waarheid:

En ja, ware liefde is altijd blijde met de waarheid. Wat is de waarheid?

Johannes 17:
17 Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.

Alles bedekt zij: (alles draagt zij)

Het woord vertaald “bedekt” komt van het Griekse woord “stego”  en dit woord betekent “bedekken”, met de betekenis van “om te verdragen”.

1 Petrus 4:
8 Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden.

Alles gelooft zij:

Ja, geloof blijft altijd neutraal. Totdat het tegendeel bewezen is, gelooft de liefde.
Alles hoopt zij:

De ware liefde hoopt altijd voor het goede. Ware liefde gaat altijd uit van wat goed, waar en echt is.
Alles verdraagt zij:

Het woord vertaald verdraagt komt van het Griekse woord “hupomeno”en dit woord betekent “volharden: onder tegenslag en beproeving vasthouden aan zijn geloof in Christus”.

Ja, het ware geloof, verdraagt alles.
Het ware geloof houdt nooit op. Het ware geloof kan nooit gekwetst worden.

----------------------------------------------------------------------------------------

Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

In de verzen 1 tot 3 van dit hoofdstuk heeft Paulus gesproken over gelovigen die profetische gaven zouden kunnen bezitten, over gelovigen die zouden kunnen spreken als met tongen van mensen en eventueel zelfs met tongen van engelen, over gelovigen die alle kennis zouden kunnen bezitten en alles weten wat er te weten is zouden kunnen weten, over gelovigen die alles zouden kunnen weggeven wat ze bezaten en over gelovigen die hun lichamen zouden kunnen geven om verbrand te worden, maar als er geen (goddelijke) liefde was, dan betekende dit allemaal NIETS.

In de verzen 4 tot 7 heeft Paulus een heel duidelijk beeld gegeven over hoe deze ware (goddelijke) liefde eruitziet.

En zo was het van belang dat de gelovigen zouden streven, enerzijds naar de hoogste gaven, maar veel meer naar de weg die veel verder omhoog voerde, de weg van de liefde, goddelijke liefde. “Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert”.

Nu Paulus in vers 4- 7 een heel duidelijk beeld heeft gegeven over de ware liefde, gaat hij “spraakmakende zaken” uiteenzetten als het gaat over profetie, tongen en kennis.
8 De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.
9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.
10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.

De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.
Ja, in dit vers doet Paulus verstrekkende uitspraken.
Liefde? Dit zal nimmermeer vergaan!
Profetieën? Zij zullen afgedaan hebben!
Tongen? Zij zullen verstommen!
Kennis? Zij zal afgedaan hebben!

En let op! Deze woorden worden niet gesproken in 2019, deze woorden werden gesproken rond 55- 60 AD.
En dan schrijft Paulus: “De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben”.

Wanneer zullen profetieën afgedaan hebben? Als het volmaakte komt! (Vers 10)
Wanneer zullen tongen verstommen? Als het volmaakte komt! (Vers 10)
Wanneer zal kennis afgedaan hebben? Als het volmaakte komt! (vers 10)

Een cruciale vraag is dus, wat is het volmaakte?
We zullen deze vraag uitvoerig beantwoorden in vers 10. (Hieronder)

(Als we na gaan denken over profetie, tongen en kennis, dan zien we dat er een gemeenschappelijkheid  is die deze drie gaven aan elkaar verbind, deze gemeenschappelijkheid is “het bekend maken van woorden”, “of het openbaar maken van Gods waarheid”.

Profetie was het openbaar maken van woorden die nog niet bekend waren. Tongen was een openbaar maken van woorden die nog niet bekend waren en kennis was een openbaar maken van woorden die nog niet bekend waren.
Dit is de gemeenschappelijkheid van deze drie. En dit is belangrijk als we verder na denken over waarom deze drie gaven zouden gaan stoppen met bestaan)

En ja, dit staat direct in verband met de volgende woorden.

Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. (NBG)
Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele. (StV)


In deze woorden zien we een belangrijke waarheid. Er wordt over iets gesproken dat “onvolkomen is” of wat “ten dele” is.
Wat is dit onvolkomene? Profetie, tongen en kennis!

En dit “onvolkomene” of dit “ten dele” staat in contrast met “het volmaakte”.
Dus ja, er was iets wat onvolkomen of ten dele was, profetie, tongen en kennis, en er zou iets komen dat volmaakt zou zijn. Dus het onvolkomen, profetie, tongen en kennis, staat in direct contrast met het volmaakte. Wat is dan het volmaakte van kennis, tongen en kennis?
Dat is een cruciale vraag.

Ga je mee?

Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.
Ten eerste:
Als we na gaan kijken hoe deze woorden, HET VOLMAAKTE, elders in het nieuwe Testament gebruikt worden zien we iets opmerkelijks.
In het nieuwe Testament wordt dit woord 17 keer gebruikt.
          -Matt. 5: 48; 19: 21
          -Romeinen 12: 2
          -1 Kor. 2: 6; 13: 10; 14: 20
          -Efeze 4: 13
          -Fill. 3: 15
          -Koll. 1: 28; 4: 12
          -Hebr. 5: 14; 9: 11
          -Jacobus 1: 4; 1: 17; 1: 25; 3: 2
          -1 Johannes 4: 18

Als we naar al deze passages gaan kijken zien we dat in elk van deze passages de woorden “het volmaakte” als beeld gebruikt word van iets dat niet compleet is naar compleetheid gebracht wordt. Een beeld van een onvolmaakt naar een volmaakt karakter. Een beeld van een onvolwassen naar een volwassen karakter.

Nooit word dit woord gebruikt in relatie tot een persoon of een plaats. (Jezus of de hemel)
En dit laat iets heel belangrijks zien. Het volmaakte staat in relatie tot iets dat volgroeid raakt. Iets dat niet compleet is, dat compleet wordt.

Ten tweede:
Hoe was profetie, tongen en kennis ten dele? Dit was ten dele omdat ten dage dat Paulus deze brief schreef “de geopenbaarde waarheid” in een onvolmaakte fase was. (Johannes 16: 13)
Deze onvolmaakte fase had te maken met het feit dat de gemeente elke keer een deel van de volledige ofwel volmaakte waarheid toebedeeld kreeg.
En de gemeente verkreeg dit toebedeeld door profetie, talen en kennis.
Elke keer kreeg de gemeente meer openbaring van God, van heilsfeiten, over de gemeente en over hoe de gemeente hoorde te functioneren.
En dit werd elke keer aangevuld, door een stuk profetie, door een stuk talen en door een stuk kennis.

Wat opvalt is dat deze drie gaven alles te maken hebben met het delen van informatie. Ofwel, het openbaar maken van inzichten.
Naarmate deze informatie steeds verder gedeeld werd met de gemeenten werd deze informatie steeds meer compleet, steeds meer volmaakt.
Tot het moment dat alle informatie compleet was en zo het volmaakte is ontstaan, het complete nieuwe Testament.

Het volmaakte is een referentie naar het complete nieuwe Testament, wat in de dagen van Paulus nog in wording was.

We lezen een aantal belangrijke teksten:

Johannes 16:
12  Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.
13  Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
14  Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
15  Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.
Hier lezen we een belangrijke profetie van Christus aan de apostelen.
De apostelen zouden geleid worden NAAR DE GEHELE WAARHEID.

Dit is belangrijk en cruciaal. Zoals Jezus zei: “Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen”.

Maar wat zou Jezus gaan doen?
Jezus zou na Zijn heengaan de Geest sturen en die zou de apostelen leiden naar “al de waarheid”.
En dit is essentieel, de waarheid die nog niet compleet was zou compleet worden.
Of in andere woorden, de waarheid die ten dele zou worden gegeven aan de gemeente zou volmaakt worden.

Efeze 2:
18  Want door Hem hebben wij beiden den toegang door een Geest tot den Vader
19  Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods
20  Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen
21  Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere
22  Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.


Waar is de gemeente op gebouwd?
Op het fundament van de apostelen en de profeten.

Dit laat zien dat elke gemeente, de gemeente, gebouwd is op het fundament van de apostelen en de profeten. Ja, elke gemeente functioneert onder leiding van de apostelen en de profeten.
Wat betekent dit? Dit betekent dat elke gemeente functioneert bij de informatie van de apostelen en de profeten.
Waarom? Deze werden gegeven “de waarheid”, maar dit kwam elke keer “ten dele”.
Dit kwam niet allemaal tegelijk.

Judas 3:
3  Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is.

Deze tekst laat zien dat “de Heiligen” de volledige openbaring hebben gekregen.
De gelovigen hebben “de volledige waarheid” overgeleverd gekregen.
Hoe is dit overgeleverd? Door de apostelen en de profeten, die zijn door de Geest geleid “naar de hele waarheid”.

Maar dit ging altijd “ten dele”, elke apostel en elke profeet bracht “ten dele”.
Totdat alle delen compleet waren, en zo ontstond “het volmaakte”.

Al deze dingen laten zien dat er in de vroege gemeente, toen het nieuwe Testament, zoals wij dat hebben er nog niet was Christus, door de Geest de waarheid bekend maakte aan specifieke mensen, de apostelen en de profeten.
Doormiddel van hen werd elke keer een deel van de waarheid bekend gemaakt, en zo ontstond “het volmaakte”.

1 Korinthe 2:
10  Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods.
11  Want wie van de mensen weet, hetgeen des mensen is, dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, hetgeen Gods is, dan de Geest Gods.
12  Doch wij hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn;
13  Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.


En zo werd “het geloof”, aan de heiligen overgeleverd, “hetgene wat ten dele was werd compleet, het werd volmaakt”.

En zo lezen we:

Jacobus 1:
25  Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.

Dus, toen “alle delen” compleet waren, gegeven door de apostelen en profeten, ontstond “het volmaakte”.

Wat zegt het nieuwe Testament over de apostelen en profeten?

Als we verder gaan kijken naar wat de Bijbel zegt over profetie dan lezen we:

Efeze 3:
3  Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
4  Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus),
5  Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;

En ja, zo lezen we, er waren dingen die niet bekend waren.
Ze werden bekend gemaakt door de apostelen en profeten en dit alles is bewerkt door de Geest van God.

Apostelen en profeten gaven informatie aan de vroege gemeente.
Informatie die daarvoor niet bekend was. Deze werd bekend gemaakt, totdat de volmaakte wet van Christus helemaal bekend gemaakt werd.

Wanneer was dit? Het laatste Bijbelboek, Openbaring, werd voor het einde van de eerste eeuw geschreven.
Toen was het nieuwe Testament met al haar boeken compleet.

Conclusie:
Toen het volmaakte is gekomen, is profetie, talen en kennis, tot een einde gekomen.
En dit was ook niet meer nodig, dit omdat de waarheid compleet was.
En zo hebben wij de volmaakte waarheid in onze handen, het nieuwe Testament.

------------------------------------------------------------------------------------

Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

In het voorgaande hebben we drie belangrijke zaken gezien, te weten,
A) in de verzen 1 tot 3 van dit hoofdstuk heeft Paulus gesproken over gelovigen die profetische gaven zouden kunnen bezitten, over gelovigen die zouden kunnen spreken als met tongen van mensen en eventueel zelfs met tongen van engelen, over gelovigen die alle kennis zouden kunnen bezitten en alles weten wat er te weten is zouden kunnen weten, over gelovigen die alles zouden kunnen weggeven wat ze bezaten en over gelovigen die hun lichamen zouden kunnen geven om verbrand te worden, maar als er geen (goddelijke) liefde was, dan betekende dit allemaal NIETS.

B. In de verzen 4 tot 7 heeft Paulus een heel duidelijk beeld gegeven over deze ware (goddelijke) liefde.

C. In vers 8 tot 10 heeft Paulus “spraakmakende zaken” uiteengezet als het gaat over profetie, tongen en kennis. Deze zouden ophouden als het volmaakte kwam. Het volmaakte, het nieuwe Testament, is gekomen.
In de volgende verzen gaat Paulus met een illustratie aantonen de woorden uit vers 8- 10.
11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
12 Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.
13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.

Paulus gebruikt in dit vers “het kind” en “de “(volwassen) man” om een beeld te geven van het “ten dele” en “het volmaakte”. Hij vergelijkt de groei van de waarheid (de gemeente)  met een kind dat steeds meer informatie krijgt zodat het kan groeien naar volwassenheid.

Ja, de gemeenten moesten groeien naar de volmaakte kennis, die ze nog niet hadden. (In de dagen van de apostelen hadden ze alleen het oude Testament)
De apostelen en profeten gaven dit volmaakte “in delen”.
Elke apostel en elke profeet deed “zijn deel” om “hun delen” te geven en “te delen” met de gemeenten. Totdat “alle delen” samen konden worden gevoegd en zo “het volmaakte” ontstond.

De belofte van Jezus kwamen meer en meer in vervulling.

Johannes 16:
12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen;
13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.

En zo werden de apostelen en profeten geleid “naar de volle waarheid”.

Jacobus 1:
25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.

Ja, en zo kwam de volmaakte wet, alle woorden van Jezus, de wet van vrijheid.
Gekomen door de apostelen en de profeten met Jezus als hoeksteen.

Efeze 2:
19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods,
20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.
21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here,
22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.

En zo is er een gebouw, de gemeente.
Dit gebouw heeft een hoeksteen, Jezus Christus.
Dit gebouw is verder gebouwd door, de apostelen en profeten.

Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.

Ja, ten tijde van Paulus waren het allemaal “delen” die werden gegeven. Het was onvolmaakt, datgene dat werd gegeven.
Het was nog steeds ten dele duister, nog niet volmaakt, nog niet compleet.

Maar er zou een dag komen dat “het volmaakte” geopenbaard zou worden, dan was het niet duister meer, nee dan was alles duidelijk, dan zouden we zien in een volmaakte zin, van aangezicht tot aangezicht.

En zo refereren we terug naar een mooie tekst.

Jacobus 1:
25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.

Sinds profetie, tongen en kennis het volmaakte hebben gebracht en dit samen met de apostelen, is er een volmaakte wet gekomen.
Geen spiegels meer, geen raadselen meer, nee, de waarheid is compleet.

Het nieuwe Testament is volledig in het bezit van de gemeente gekomen.
En nu zien we dit alles “van aangezicht tot aangezicht”.

En diegene die zich in deze volmaakte wet verdiept en daarbij blijft, die zal zalig worden.
En ja, dit was het doel van God. Om een verbond te brengen, het tweede verbond, het verbond van de vrijheid, dat de mens zalig zou kunnen maken.
Prijs de Heer!! Hij heeft het gebracht!!

Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

En ja, wat zou verdwijnen? Profetie, tongen en kennis.
Wat zou blijven? Geloof, hoop en liefde.
Maar de meeste van deze drie is de liefde.

Wat zei Jezus tot Zijn discipelen?
Johannes 13:
34 Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt.
35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.

Ja, Gods kinderen, worden gezien en gekend door ware liefde, goddelijke liefde.

En zo zijn we terug bij de context van hoofdstuk 12- 14. Als we alles gaan overdenken aangaande de context van 1 Korinthe 12- 14, dan gaan we zien dat er problemen waren in de gemeente aangaande de gaven van de Geest.
Er werd gepocht dat de ene gave beter was dan de andere en er was geen eenheid in de gemeente.

Maar zelfs als we verder gaan kijken naar dit boek dan zien we, 1) er was verdeeldheid in de gemeente, (Hfst 1- 3) 2) er was een zondaar in de gemeente die er uitgezet had moeten worden, (Hfst. 5) 3) er waren leden die elkaar naar de rechtbank brachten om aardse zaken te uit te zoeken, (Hfst. 6) 4) er waren problemen aangaande het respecteren van elkaars vrijheden en grenzen over het eten van vlees, (Hfst. 8- 9) en 5) er waren problemen met het avondmaal, (hfst. 11).

Deze hele gemeente was op een verkeerd pad terecht gekomen en ze hadden behoefde aan een hele grote dosis liefde.
Zoals vele gemeenten vandaag nodig hebben. Een grote dosis van goddelijke liefde.

Waar sta jij? Ben jij een actief deel van jou gemeente?
Ben jij actief in het delen van liefde? Zijn liefde!

Copyright © 2017 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by R081N
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX.nl VDX

Naar boven