2 Korinthe 13

De laatste drie hoofdstukken van dit boek, Hoofdstuk 11- 13, vormen een geheel en een laatste krachtig betoog tegen de schijnapostelen. En een sterk betoog voor het apostelschap van Paulus.

In de laatste twee hoofdstukken, hoofdstuk 11 en 12, heeft Paulus krachtig gesproken tegen de gemeente aangaande de valse aanklachten tegen hem. In dit laatste hoofdstuk zal hij dit nog verder gaan uitwerken om dan te besluiten met een laatste groet.

In hoofdstuk 11 vers 22 werden deze schijnapostelen ook bij name genoemd, “Hebreeen zijn zij? Ik ook. Israelieten zijn zij? Ik ook. Nageslacht van Abraham zijn zij? Ik ook”.

Ja, de schijnapostelen waren de Judeers!
En ook Paulus had deze achtergrond. Maar er was één groot en cruciaal verschil. De Judeers roemden in het vlees en Paulus zou alleen en louter roemen in zijn zwakheid!

Paulus was een ware apostel.
Hij heeft dit ook duidelijk aangegeven door de woorden van hoofdstuk 12: 12, “De tekenen van een apostel zijn bij u verricht met alle volharding, door tekenen, wonderen en krachten”.

En zo blijft Paulus roemen in zijn zwakheid.
Dat is zijn patroon en zal ook zijn patroon blijven.
Ga je mee?

-----------------------------------------------------------------------------------------

Ik heb hen, die vroeger in zonde geleefd hebben, en al de overigen vooraf gewaarschuwd en waarschuw hen nog, evenals toen ik de tweede maal bij u was thans uit de verte, dat ik, als ik nog eens kom, niets zal ontzien.

In de laatste verzen van het vorige hoofdstuk heeft Paulus de gemeente laten weten dat hij vreesde dat degene die vroeger in zonden geleefd hadden zich hier nog niet van bekeerd hadden.
In dit hoofdstuk gaat hij daar op verder.
Ga je mee?

1 Dit is nu de derde maal, dat ik tot u kom: op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan.
2 Ik heb hen, die vroeger in zonde geleefd hebben, en al de overigen vooraf gewaarschuwd en waarschuw hen nog, evenals toen ik de tweede maal bij u was thans uit de verte, dat ik, als ik nog eens kom, niets zal ontzien;
3 gij zoekt nu eenmaal het bewijs, dat Christus in mij spreekt, die te uwen opzichte niet zwak, maar onder u krachtig is.
4 Welnu, Hij is gekruisigd uit zwakheid, maar Hij leeft uit de kracht Gods. Welnu, wij zijn zwak in Hem, maar wij zullen met Hem leven voor u uit de kracht Gods.

Dit is nu de derde maal, dat ik tot u kom: op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan.
Paulus herhaalt hier zijn woorden uit het vorige hoofdstuk, 12: 14, dat hij voor de derde maal tot hen komt. En dan stelt hij daar gelijk achteraan dat, op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan”.
Deze woorden komen uit het Oude Testament.

Deut. 19:
15 Een enkele getuige zal niet tegen iemand kunnen optreden ter zake van enige ongerechtigheid of zonde, welke ook, die hij begaan mocht hebben; op de verklaring van twee of drie getuigen zal een zaak vaststaan.
(Zie ook: Deut. 17: 2- 7; Hebreeen 10: 28)

En ja, dit is altijd een Bijbels principe geweest.
(Matt. 26: 61; Matt. 18: 16; 1 Tim. 5: 19)
Het noemen van de derde keer is voor Paulus aanleiding om de gemeente te Korinthe te laten voelen dat het menens is!
En dat hij werkelijk zal optreden tegen hen die in zonden leven. (2 Kor. 12: 20, 21; 2 Kor. 13: 1- 2)
En ja, Paulus reisde altijd met anderen, dus hij zou komen met getuigen. En de zaak stond vast! De zondaars moesten gecorrigeerd worden.

Ik heb hen, die vroeger in zonde geleefd hebben, en al de overigen vooraf gewaarschuwd en waarschuw hen nog, evenals toen ik de tweede maal bij u was thans uit de verte, dat ik, als ik nog eens kom, niets zal ontzien;

En zo stelt Paulus dat hij bij zijn derde bezoek de bewuste zondaars, die niet tot bekering zijn gekomen zullen worden aangepakt.
Hij zou deze zondaars niet ontzien!

Het woord vertaald “ontzien” komt van het Griekse woord “pheidomai” en dit woord betekent “niet sparen”. Met de nadruk op het principe dat deze mensen gecorrigeerd moesten worden. Zoals de broeder in 1 Korinthe 5 ook niet gespaard mocht worden.
1 Korinthe 5:
3 Want mijnerzijds heb ik, hoewel lichamelijk niet, maar naar de geest wel aanwezig, reeds, als aanwezig, vonnis geveld over hem, die op zulk een wijze zo iets heeft begaan.
4 Wanneer wij vergaderd zijn, gij en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus,
5 leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren.

En nee, deze correctieve handeling was niet ten verderve van de zondaar, maar tot zijn behoud. (2 Kor. 13: 10)
Ja, het was altijd voor het verderf van het vlees, opdat de geest behouden zou worden in de dag des Heren.

Correctieve handelingen moesten altijd herstel ten doel hebben.

Galaten 6:
1 Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.

Jacobus 5:
19 Mijn broeders, indien bij u iemand van de waarheid afdwaalt, en een ander brengt hem tot inkeer,
20 weet dan, dat, wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken.

Correctieve handelingen moesten altijd herstel ten doel hebben! Broeders, dit is zeer belangrijk.

Aangaande de twee of drie getuigen:
Soms was het zo dat op basis van twee of drie getuigen zondaars mogen worden aangeklaagd. (Matteus 18: 15- 18; Titus 3: 10)
Aangaande de aanklacht tegen een ouderling zijn twee of drie getuigen essentieel.
(1 Tim. 5: 19, 20)
Gij zoekt nu eenmaal het bewijs, dat Christus in mij spreekt, die te uwen opzichte niet zwak, maar onder u krachtig is.

Zo komt Paulus op een bijzonder uitspraak!
De Korinthiers waren op zoek of Christus wel werkelijk door Paulus heen werkt.

En zo komt Paulus op Christus en wie Hij was voor de gemeente van Korinthe.
De gemeente van Korinthe had de kracht van Christus vaak ervaren.

1 Korinthe 1:
22 Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid,
23 doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid,
24 maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods.

De gemeente had de kracht van Christus ervaren in hun doop. Begraven en opgestaan, door Zijn kracht.
(Handl. 18: 8; 1 Kor. 6: 11; 1 Kor. 12: 13; Rom. 6: 3- 5; Koll. 2: 11- 14)
De gemeente had de kracht van Christus ervaren in de gegeven geestelijke gaven.
(1 Kor. 12- 14)

De gemeente had de kracht van Christus ervaren in de discipline van de zondaar.
(1 Korinthe 5: 4)

De gemeente erkende de kracht van Christus in hun komende opstanding.
(1 Korinthe 6: 14; 1 Korinthe 15: 43)

Was Christus zwak onder hen? NEE!!
Christus was ZEER krachtig onder hen en zou ZEER krachtig worden!!

Welnu, Hij is gekruisigd uit zwakheid, maar Hij leeft uit de kracht Gods. Welnu, wij zijn zwak in Hem, maar wij zullen met Hem leven voor u uit de kracht Gods.
En ja, wie was deze Christus onder hen? Machtig en groot!
Maar..........Hij was gekruisigd uit zwakheid!!
En toch........Hij leeft uit de kracht van God!!
En door deze woorden heen laat Paulus de inconsequenheid zien van de gemeente van Korinthe!  Ze stonden sterk in de kracht van Christus, en dit werd volledig aanvaard,  maar dit was voortkomend uit Zijn zwakheid!

En zo was ook Paulus zwak in Hem, maar uit deze zwakheid kwam de kracht van God en werd de kracht van God zichtbaar!

Ja, Paulus was wel degelijk een apostel! Een ware apostel!

Ja, Christus, gekruisigd uit zwakheid.
Wat was Christus voor de wereld?

1 Korinthe 1:
17 Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen, en dat niet met wijsheid van woorden, om niet het kruis van Christus tot een holle klank te maken.
18 Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods.
19 Want er staat geschreven: Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen.
20 Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt?
21 Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen die geloven.

Ja, voor de ongelovigen was een gekruisigde Christus een dwaasheid.
Maar voor hen die geloven, de kracht van God!

Wanneer kon Gods kracht in Christus volledig openbaar worden? Toen Hij zwak was!
En zo paste Paulus het voorbeeld van Christus op hemzelf toe.
Ja, ook Paulus was zwak geworden, zodat Gods kracht in Hem kon werken.

Ja, Paulus was een ware apostel!
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk.
In de eerste verzen van dit hoofdstuk, vers 1- 4, heeft Paulus een sterke zaak gemaakt dat, als hij zou komen, dat hij de zondaars die niet tot bekering waren gekomen niet zou ontzien!

Ja, dit was de derde keer dat hij tot de gemeente kwam en nu was het menens met hen die in zonden bleven leven.

Daarnaast heeft Paulus de zaak van Christus besproken.
Ja, Christus was gekruisigd in zwakheid! Maar nu levend door de kracht van God!

En zo was het ook met Paulus, want het ging ten diepste nog steeds over de bewustwording aan de kant van de gemeente van de positie van Paulus. Hij was geen schijnapostel!
Hij was een ware apostel!

En zo stelt Paulus zich naast Christus. Christus was door zwakheid gekruisigd, en nu levend door de kracht van God!
En dit gold ook voor Paulus! Ook hij leefde in zwakheid!
En om daar die mooie woorden aan toe te voegen, welnu, wij zijn zwak in Hem, maar wij zullen met Hem leven voor u uit de kracht Gods”.

En zo was Paulus zwak in Hem. Maar levend met Hem en voor de gemeente, uit de kracht van God!

Hoe prachtig zijn deze woorden!
Ja, Paulus was levend, maar levend in dienstbaarheid aan de gemeente!

Broeder, zuster, vriend, waar sta jij?
Ben jij zwak? Zwak, maar in kracht om dienstbaar te zijn aan Hem en aan Zijn gemeente?
Ben jij dienstbaar?

Ga je mee?

5 Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk.
6 Ik hoop echter, dat gij zult inzien, dat wij niet verwerpelijk zijn.
7 Ja, wij bidden tot God, dat gij generlei kwaad zult doen, niet opdat wij betrouwbaar mogen blijken, maar opdat gij het goede zoudt doen, al zijn wij dan ook verwerpelijk.
8 Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar wel voor de waarheid.
9 Want wij verblijden ons, als gij krachtig zijt, al zijn wij zwak; want dit bidden wij, dat het met u geheel in orde komt.

Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk.

Ja, nadat Paulus op vele malen en op vele wijzen zijn apostelschap heeft besproken en verdedigd en dit nadat de gemeente van Korinthe hem wilden beproeven, draait Paulus de zaken nu geheel om!

En hij stelt de gemeente de vraag of zij zichzelf zouden durven beproeven! Onderzoeken!
Onderzoeken of zij in het geloof zijn, en onderzoeken of Christus in hen is.

Ja, de gemeente moest onderzoeken of zij in het geloof waren en of Jezus Christus in hen was.
Hoe is iemand in het geloof? Hoe is Christus in de gelovige?

Johannes 15:
1 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman.
2 Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage.
3 Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u.
4 Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft.
5 Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
6 Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand.
7 Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
8 Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn.

Hoe is iemand in het geloof en hoe is en blijft Christus in de gelovige? Als het woord van Christus in de gelovige woont en werkt!

En als Christus niet in hun was, dan waren zij verwerpelijk.
Het woord vertaald verwerpelijk komt van het Griekse woord “adokimos” en dit woord betekent onbruikbaar en ongeschikt.

En zo laat Paulus de gemeente zichzelf beproeven.
Zij moesten hun eigen reinheid onderzoeken.
Ik hoop echter, dat gij zult inzien, dat wij niet verwerpelijk zijn.

Ja, bij een eerlijk zelfonderzoek zal niet alleen duidelijk worden of de Korinthiers in Christus waren, maar zou het ook duidelijk worden dat Paulus een ware apostel van God is.

En ja, dit is belangrijk voor alle gelovigen.
Onderzoek jezelf of je in het geloof bent?
Hoe makkelijk is het om te stelen dat je geloofd?
Maar het zal toch duidelijk moeten worden uit onze daden!

Matteus 7:
13 Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan;
14 want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden


Matteus 7
21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is
22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan?
23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.

Wat betekent het om gelovig te zijn?
Om werken te doen die Hem welbehaaglijk zijn!

Wat betekent het om in Christus te zijn?
Om werken te doen die Hem welbehaaglijk zijn!
Ja, wij bidden tot God, dat gij generlei kwaad zult doen, niet opdat wij betrouwbaar mogen blijken, maar opdat gij het goede zoudt doen, al zijn wij dan ook verwerpelijk.
Ja, en als Paulus dan spreekt over de gemeente te Korinthe dan heeft hij een groot verlangen. Het verlangen is dat zij generlie kwaad zouden doen, en dat zij het goede zouden doen. Hij is op zoek naar de reinheid van de gemeente!

En als hij dan over deze reinheid spreekt zegt hij dit in relatie tot de gemeente.
Hij wilde dat zij rein zouden zijn en het goede zouden doen, ook al zouden de apostelen verwerpelijk zijn!
Natuurlijk waren de apostelen niet verwerpelijk, maar bij wijze van spreken stelt hij het op deze wijze.

En dit laat de grote liefde van de apostel zien. Hij zocht de zuiverheid, de betrouwbaarheid,  van de gemeente.

Als stichter en vader van de gemeente was Paulus op zoek naar vrucht.
En dit was voor Paulus, op de oordeelsdag, de kroon. De erekrans. De gemeenten waren het werk van de apostel, 1 Korinthe 3: 1- 23; Fill. 4: 1)

1 Tess. 2:
19 Want wie is onze hoop of blijdschap of erekrans voor onze Here Jezus bij zijn komst, wie anders dan gij?
20 Ja, gij zijt onze eer en blijdschap.

En zo was Paulus op zoek naar vrucht in de gemeente.
Dit was zijn kroon en erekrans op de dag des oordeels.
Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar wel voor de waarheid.

Wat was in het hart van de apostel? De waarheid!

Alles was de apostelen wilden uitdragen was de waarheid.
Dat hadden de apostelen op het oog.

Ja, de handel en wandel van de apostelen was de waarheid.
Want wij verblijden ons, als gij krachtig zijt, al zijn wij zwak; want dit bidden wij, dat het met u geheel in orde komt.

Paulus had daarom, omdat zijn alleen voor de waarheid waren, één gebed, en dat was dat het met de gemeente te Korinthe in orde zou komen.

Ja, er waren in de gemeente te Korinthe hen die in zonde wandelden en de gemeente had dit niet hersteld. (2 Kor. 12: 20, 21; 2 Kor. 13: 1- 2)

Nu, door dit schrijven heen, als hij voor de derde keer komt, vermaant Paulus hen om dit recht te zetten. En Paulus laat in deze woorden zijn vertrouwen zien. En dit is zijn blijdschap, de reinheid en heiligheid van de gemeente.

Ja, wat heeft God voor ogen voor de gemeente?

Efeze 5:
25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.


Ja, God wil en is een gemeente aan het bouwen die stralend behoort te zijn, zonder vlek of rimpel. Heilig en onbesmet.

De gemeente te Korinthe was niet onbesmet. Zij was niet zonder vlek of rimpel.
Maar door deze woorden heen bemoedigt en vermaand hij de gemeente om zuiver en onbesmet te staan voor God.

De waarheid en niets anders dan de waarheid.

---------------------------------------------------------------------------------------
Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
In de laatste verzen, vers 5- 9, heeft Paulus een sterk beroep gedaan op de Korinthiers om zichzelf te onderzoeken of zij in het geloof van Christus waren, of dat zij niet in het geloof zijn en verwerpelijk zijn.
Tegelijkertijd schrijft Paulus dat zij, als apostelen van Christus, niet verwerpelijk zijn en hij bidt dat de gemeente ook tot deze zelfde conclusie mogen komen.

En ja, dan vraagt hij hun om ervoor te zorgen dat zij betrouwbaar blijken en het goede blijven doen.
Wat een krachtige woorden!

Woorden die voor ons ook belangrijk zijn.
Hoe vaak onderzoeken wij onszelf of wij werkelijk in het geloof zijn?
Hoe vaak onderzoeken wij onszelf of wij werkelijk de werken laten zien die horen bij het ware Christelijke leven?
Hoe vaak onderzoeken wij onszelf om te zien of we het goede blijven doen?

En zo komt Paulus aan de laatste woorden van deze prachtige brief.
Ga je mee?
10 Hierom schrijf ik dit uit de verte, om bij mijn komst niet streng te moeten optreden naar de bevoegdheid, die de Here mij heeft gegeven om op te bouwen en niet om af te breken.
11 Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
12 Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de heiligen.
13 De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen.

Hierom schrijf ik dit uit de verte, om bij mijn komst niet streng te moeten optreden naar de bevoegdheid, die de Here mij heeft gegeven om op te bouwen en niet om af te breken.
En ja, zo heeft Paulus in de voorgaande verzen krachtig gesproken!
Hij heeft krachtig gesproken om, als hij komt, niet te streng te hoeven optreden.
Hoe had Paulus krachtig gesproken? De gehele brief is daar een getuigenis van!
Maar ook in de laatste woorden van vers 5- 9, 1) zij moesten zich onderzoeken of Christus in hen was, 2) met de hoop dat ze zouden inzien dat de apostelen niet verwerpelijk waren, 3) ze moesten geen kwaad doen, en 4) ze behoorden het goede te doen.

Ja, ze moesten een aantal zaken rechtzetten!
2 Korinthe 12:
20 Want ik vrees, dat ik misschien bij mijn komst u niet zo zal vinden, als ik wens, en zelf door u zo zal gevonden worden, als gij niet wenst. Ik vrees, voor twist, naijver, opwellingen van toorn, van zelfzucht, voor laster, oorblazerij, verwatenheid en ongeregeldheden.
21 Ik vrees, dat, als ik weer kom, mijn God mij bij u verootmoedigen zal en dat ik zal hebben te treuren om velen van hen, die vroeger in de zonde geleefd hebben en nog niet tot berouw zijn gekomen over de onreinheid, hoererij en ontucht, die zij gepleegd hebben.

Paulus was bang dat er nog veel niet gecorrigeerd zou zijn als hij zou komen.
Hij heeft hun krachtig toegesproken en blijft dit doen.

En zo sprak Paulus hen toe, “uit de verte” om zo, als hij zou komen, niet streng te hoeven optreden.
En ja, Paulus bezat deze bevoegdheid! Hij mocht optreden, waar dat nodig was.
Want dat was door de Here hem gegeven. God had hem een bediening gegeven om te bouwen en niet om af te breken.
Paulus was een bouwer!
En zo had Paulus een brief geschreven naar deze gemeente waarin hij hen opwekt tot herstel, zodat alles mocht zijn tot lof en glorie van God.
Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.

En zo mag Paulus getuigen om blijde te zijn, ja dit is ten diepste de reden om te geloven.
Om met volmaakte blijdschap en vrede vervult te zijn.
En daar mag Paulus van getuigen naar de gemeente van Korinthe. Wees blijde.

Daarnaast, doet Paulus een sterk beroep op de gemeente om zich terecht te laten brengen en om zich te laten vermanen. Vermaning wordt vaak gezien als negatief, maar dat is het niet!
Ware vermaning, naar Gods wil, is positief!

En het resultaat van vermaning en het terecht laten wijzen leidt naar “eensgezindheid en vrede” en zo kon de God der liefde en des vredes met hen zijn. Hoe prachtig is dit, van terechtwijzing en vermaning naar eensgezindheid en vrede!
Al deze zaken zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Willen wij in eensgezindheid en vrede leven? Dan zullen we ons terecht moeten laten wijzen en laten vermanen! Kan jij dat? Zo komt de ware gemeente tot bloei!
En zo kan de God der liefde en vrede met de gelovigen zijn!

Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de heiligen.

En zo gaat Paulus deze brief besluiten met belangrijke zaken.

Groet elkander met de heilige kus.
Vergelijk ook: 1 Kor. 16: 20; 1 Tess. 5: 26; 1 Petrus 5: 14

Ja, in de vroege gemeenten was het gewoonte om elkaar te begroeten met een heilige kus.

Wat mogen we over deze dingen zeggen?
In de eerste plaats, als we spreken over “de heilige kus” dan legt de nadruk niet op de kus, maar op de manier waarop deze kus gegeven werd. Ja, het moest een “heilige” kus zijn.

Wat is een “heilige kus”? Het woord “heilig” komt van het Griekse woord “hagios” en dit woord betekent “iets dat heilig is”. Bij implicatie betekent dit “iets dat moreel zonder blaam is”. Dus rein!

Ja, wat is dan een heilige kus? Een heilige kus is een kus die vooral gemeend is, zonder enige vorm van hypocrisie. Met andere woorden, het moest een kus zijn die volledig gemeend was. Vanuit ware liefde voor elkaar.
We lezen in Romeinen 12: 9: “De liefde zij ongeveinsd”. (Zonder enige vorm van huichelarij)

Ja, ware liefde is zonder enige huichelarij. En zo behoorde de kus ook te zijn zonder enige vorm van huichelachtigheid.

In onze cultuur groeten we elkaar vaak met een hand, of met een omarming.
Wat het ook is, laat het altijd gepaard gaan met echte liefde, zonder enige vorm van huichelarij.
U groeten al de heiligen.
Ja, en zo komen groeten van ALLE BROEDERS.
Hoe prachtig is dit!
Ja, deze mensen hadden werkelijk gemeenschap met elkaar.
Ze wisten van elkaar, ze hoorden van elkaar, ze waren bezorgd om elkaar en waren ten allen tijde met elkaar begaan.

Ja, er is een broederschap!
Een broederschap dat vecht en voor elkaar strijd.

De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen.

En zo gaat Paulus eindigen met deze laatste woorden.
Woorden die zeer belangrijk en essentieel zijn.

Paulus mocht de gemeente bemoedigen met deze woorden, hij wenste hun de genade van de Here Jezus Christus toe. En hoe belangrijk is deze genade?
Niemand is zonder zonde en we zijn allemaal, als dierbare kinderen van God, behoeftig ten allen tijde van genade. Maar dat is waar Paulus hen mee bemoedigt.

En hij bemoedigt hen met de grote liefde van God. Ja, de liefde die vrijmaakt en vrede en blijdschap geeft. Hoe belangrijk is dit voor de ware gelovige? Zijn liefde geeft ruimte. Zijn liefde verruimt het hart!

En ook mag hij hen bemoedigen met de belofte van de gemeenschap van de Heiligen Geest.

Ja, gelovigen krijgen de Heilige Geest als zij wederom geboren worden. (Handl. 2: 37, 38; Handl. 5: 32; 1 Korinthe 6: 19)

Gelovigen, die gehoorzaam zijn aan God, mogen weten dat zij bijstand krijgen van Gods Geest.
Die Geest is altijd met hen. Er is gemeenschap met de Geest.
De ware gelovigen zijn één met Gods Geest.
En zo mocht Paulus ook getuigen van deze Geest en Zijn kracht aan de gemeente van Efeze.

Efeze 3:
20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen,
21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.

Ja, God werkt in de gelovige door Zijn Geest en dat mag de gelovige bemoedigen.
En zo komt Paulus aan het einde van deze brief.

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven