2 Korinthe 11

Door beide boeken, 1 en 2 Korinthe, zien we een draad lopen dat Paulus niet alleen de gemeente onderwijst in geestelijke zaken en inzichten, maar we zien ook een constante verwijzing naar hen die schijnapostelen zijn en de gemeente te Korinthe bedreigen.

In deze laatste hoofdstukken, 10- 13, van 2 Korinthe komt dit principe tot een hoogtepunt.

In hoofdstuk 10 is Paulus heel duidelijk een betoog begonnen aan de gemeente te Korinthe om af te rekenen met deze schijnapostelen.
Ook heeft Paulus hen beschreven als mensen die zich met elkaar en met zichzelf vergelijken. En dat is natuurlijk een kwalijke zaak! Maar voor de schijnapostelen een manier om zichzelf staande te houden!

In dit 11de hoofdstuk gaat Paulus hierover verder.
Ga je mee?
-----------------------------------------------------------------------------------------

Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man om u als een reine maagd voor Christus te stellen.

In dit hoofdstuk komt Paulus met duidelijke woorden over zijn liefde voor de gemeente, over zijn zorg voor de gemeente en dit in contrast met de schijnapostelen.

Paulus gaat een beroep op hen doen!
Maak een keuze!

1 Och, verdroegt gij een weinig onverstand van mij! Maar dat doet gij ook.
2 Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man om u als een reine maagd voor Christus te stellen.
3 Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.
4 Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel.

Och, verdroegt gij een weinig onverstand van mij! Maar dat doet gij ook.
Eigenlijk wil Paulus zich helemaal niet verdedigen en zeker niet door zichzelf te vergelijken met de binnengedrongen valse leraars.
Toch neemt Paulus nu de rol van een dwaas, 17, 21 en 23, die zichzelf aanprijst omdat er geen andere weg is om de gemeente te Korinthe te overtuigen van hun verkeerde wegen.

Het woord vertaald “onverstand” komt van het Griekse woord “aprosune” en dit woord betekent “dwaasheid of zinloosheid”. En ja, dat is precies wat de schijnapostelen deden! Zij waren dwaas en onverstandig. En de gemeente van Korinthe had  dit aanvaard.

Vers 19 stelt: “Gij hebt immers gaarne geduld met onverstandigen, omdat gij zo verstandig zijt”.

Ja, de gemeente van Korinthe had “gaarne geduld met onverstandigen”. (De schijnapostelen)
En zo doet Paulus in dit vers, een beroep op de gemeent te Korinthe, ironisch, om “als het ware” van Paulus ook wat dwaasheid te verdragen!

Dus ja, zij hadden met andere onverstandigen ook geduld gehad, dus waarom niet met Paulus!

Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man om u als een reine maagd voor Christus te stellen.

Het woord vertaald “ijver” komt van het Griekse woord “zelos” en betekent “vuur of gloed” en figuurlijk “ijver”.

Paulus stelt zich in dit vers, in de nu gekozen beeldspraak van verloving en huwelijk, voor als een bruidswerver, de vertrouwenspersoon die het contact legt tussen de bruidegom en de bruid.
En ja, Paulus had hen verbonden aan een man om hen zodoende als reine maagd aan Christus voor te stellen.

Ja, de gemeente is eigendom van Christus. Christus is de bruidegom en de gemeente is de bruid.

Efeze 5:
22 Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here,
23 want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt.
24 Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.
25 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.


Openbaring 21:
1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
2 En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.

En zo had Paulus de gelovigen te Korinthe overgegeven aan Christus.
Om als bruid van Christus te fungeren.
Dat was het werk van Paulus!
Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.

Ja, Paulus had een vrees aangaande de gemeente te Korinthe.
Hij vreesde dat, net zoals de slang met haar sluwheid Eva had verleid, zo ook nu de gemeente te Korinthe afgetrokken werd van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus. Aan de bruidegom!

Het woord vertaald “sluwheid” komt van het Griekse woord “panourgia” en dit woord betekent “sluw” met een schijnbare of valse wijsheid komende”.
En ja, dat is wat er gebeurd was met Eva. De slang kwam tot Eva met een valse waarheid.

Genesis 3:
1 De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?
2 Toen zeide de vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten,
3 Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven.
4 De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven,
5 Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad.
6 En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.

God had gezegd dat ze zouden sterven. Satan stalde dat ze niet zouden sterven.
Verleid met een valse waarheid.

En dit was nu van toepassing op de gemeente te Korinthe.
Ze hadden een valse waarheid ontvangen en aangenomen, en daarom dreigde ze afgetrokken te worden van hun eenvoudige en loutere toewijding aan Christus.

Het woord vertaald “eenvoudig” komt van het Griekse woord “aplotes” en dit woord betekent “eenvoud”, dit is iemand die vrij is van veinzerij.
Ja, zo hadden ze het evangelie van Christus, door Paulus, ontvangen. En nu dreigden ze hiervan afgetrokken te worden. En dit alles door een valse waarheid.

Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel.

En zo moest Paulus tegen de gemeente te Korinthe vertellen dat zij veel verdroegen van de schijnapostelen. Zij luisterden naar de schijnapostelen!
Ze accepteerden dat zij een andere Jezus predikte, ze accepteerden dat zij daardoor een andere geest ontvingen en ze accepteerden dat er een andere evangelie gepredikt werd.

Wat had Paulus geschreven aan de Galaten?

Galaten 1:
6 Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie,
7 en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien.
8 Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!
9 Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!

En ja, dit alles verdroegen zij!
Wat een tegenstelling!
Ze hadden het ware en zuiver evangelie van de Christus ontvangen en daarin gaan staan, en nu waren ze door een valse waarheid verleid en gevallen.

En broeders en zusters, zo ligt er ook voor ons een taak om ons te houden aan dat wonderbaarlijke evangelie van Jezus.
Hebben zij ogen en oren die zien en horen als de boodschap van iemand afwijkt?
Hebben wij voldoende kennis om een valse leraar te zien en te herkennen?
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Ben ik dan al onervaren in het spreken, in kennis ben ik het niet, maar wij hebben die alleszins en in alle opzichten bij u openbaar gemaakt.

In de eerste vier verzen van dit hoofdstuk heeft Paulus sterke woorden neergezet.
Paulus had als apostel van Christus de gelovigen te Korinthe overgeven aan Christus.
Eenvoudig en louter! Aan de grote Christus en toch! Ze hadden zich laten beinvloeden door valse waarheden.
Ze waren verleid, en dit door schijnapostelen.

Zoals Eva verleid was door de slang, was de gemeente van Korinthe verleid door de schijnapostelen.

En het ergste was. Ze hadden het verdragen!
En zo had Paulus gevraagd of ze van hem wat dwaasheid zouden kunnen verdragen!
En daar had hij alle vertrouwen in!

5 Ik acht toch volstrekt niet te hebben ondergedaan voor die onvergelijkelijke apostelen.
6 Ben ik dan al onervaren in het spreken, in kennis ben ik het niet, maar wij hebben die alleszins en in alle opzichten bij u openbaar gemaakt.
7 Of heb ik er verkeerd aan gedaan, dat ik, om u te verhogen, mijzelf vernederde door u om niet het evangelie Gods te verkondigen?
8 Andere gemeenten heb ik geplunderd door vergoeding aan te nemen om u van dienst te kunnen zijn, en toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand lastig gevallen,
9 want wat mij ontbrak, hebben de broeders, die uit Macedonie kwamen, aangevuld en in elk opzicht heb ik mij ervoor gewacht u tot last te zijn, en dit zal ik blijven doen.

Ik acht toch volstrekt niet te hebben ondergedaan voor die onvergelijkelijke apostelen.

Ja, waarom nemen de Korinthiers de woorden van deze binnengedrongen leraars zo gretig aan?
Hij heeft volstrekt niet ondergedaan aan deze schijnapostelen!

En zo waren het deze schijnapostelen die allerlei claims maakten. (2 Kor. 10: 12; 2 Kor. 12: 11)

Het woord vertaald “onvergelijkelijke” komt van het Griekse woord “lian” en dit woord betekent “heftig en hevig”. Ja, die schijnapostelen waren pittige jongens met pittige karakters.
Maar Paulus had zich nooit voor hen ondergedaan.
Paulus zou zich sterk verdedigen tegenover deze schijnapostelen.
Hij zou de gemeente laten zien dat als hij op dezelfde manier ging pochen, zoals de schijnapostelen pochten, dan viel zelfs dat in het niets! (Vers 16- 33)

Ben ik dan al onervaren in het spreken, in kennis ben ik het niet, maar wij hebben die alleszins en in alle opzichten bij u openbaar gemaakt.

Het woord vertaald “onervaren” komt van het Griekse woord “idiootes” en dit woord beschrijft iemand die “gewoon is in tegenstelling tot iemand die perfect is”, of “niet deskundig in tegenstelling tot iemand die geschoold en deskundig is”.

En zo schrijft Paulus dat hij in het spreken misschien niet deskundig is naar menselijke maatstaven, of naar de maatstaven van de schijnapostelen, maar in kennis was Paulus zeer deskundig en die was bij de gemeente te Korinthe alleszins en in alle opzichten openbaar gemaakt.
1 Korinthe 2:
3 Ook kwam ik in zwakheid, met veel vrezen en beven tot u;
4 mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht,
5 opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God.

Dus nee, het spreken van Paulus was niet met meeslepende woorden van wijsheid van menselijke wijsheid, maar met betoon van geest en van kracht.

En alhoewel Paulus in spreken dan niet “deskundig” was, in kennis was hij dit wel en dit was kenbaar gemaakte in alle opzichten bij de gemeente te Korinthe.

2 Korinthe 4:
1 Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet,
2 maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God.


Paulus had hun de waarheid in Christus openbaar gemaakt. Niets had hij achtergelaten!

Of heb ik er verkeerd aan gedaan, dat ik, om u te verhogen, mijzelf vernederde door u om niet het evangelie Gods te verkondigen?

In deze woorden zien we een belangrijk gegeven. Paulus had zich, in het verkondigen van de waarheid, zelfs vernederd om de gelovigen te Korinthe te verhogen!
Hoe had Paulus zich vernederd? Door in de stad Korinthe het evangelie van God te verkondigen “om niet”.
Wat betekent dit precies? De volgende twee verzen leggen dit goed uit.

Andere gemeenten heb ik geplunderd door vergoeding aan te nemen om u van dienst te kunnen zijn, en toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand lastig gevallen, want wat mij ontbrak, hebben de broeders, die uit Macedonie kwamen, aangevuld en in elk opzicht heb ik mij ervoor gewacht u tot last te zijn, en dit zal ik blijven doen.

Wat had Paulus gedaan om het evangelie in Korinthe te prediken?
Hij had geld van andere gemeenten aangenomen, en niet van Korinthe, om in Korinthe van dienst te kunnen zijn in het evangelie.

Daarnaast, toen Paulus in Korinthe was en dit evangelie predikte, was hij in gebrek gekomen, maar had hij niemand in Korinthe hierover lastig gevallen.

Nee, alles wat eventueel nog ontbrak hadden de broeders die uit Madeconie kwamen, aangevuld, en Paulus was de gelovigen te Korinthe hier nooit mee tot last geweest.
En zo had Paulus zich vernederd! Maar nu werd dit tegen hem gebruikt!

Ja, Paulus had zijn kennis, in tegenstelling tot de binnendringers, zonder financiele vergoeding aan de Korinthiers doorgegeven. (1 Kor. 9: 12, 15, 18)
Dit wordt nu tegen hem gebruikt. En om zo te stellen dat hij geen echte apostel is.
Een echte “deskundige” zou zichzelf laten betalen!

Paulus had geen geld of middelen willen aannemen van hen waar hij aan het prediken was, dit om zo het evangelie op geen enkele manier te dwarsbomen.
(Handl. 20; 33, 34; 1 Tess. 2: 9. 2 Tess. 3: 8, 9)

Daarom was Paulus iemand die tenten maakte. (Handl. 18: 3)
Om op geen enkele wijze een belemmering te zijn in het evangelie.
En als hij iets nodig had dan waren er andere gemeenten die hem wilden helpen en ondersteuning aanboden, zoals in dit geval de gemeenten van Macedonie.

Zo had Paulus zich ervoor bewaard om in alle opzichten niet bezwarend te zijn en hij zou dit ook blijven doen.

Maar nu moet Paulus dit ter sprake brengen, want het wordt tegen hem gebruikt.

1 Korinthe 9:
14 Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven.
15 Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan - neen, mijn roem zal niemand verijdelen!

Paulus wilde zondaren winnen voor Gods evangelie, en hij liet zich daarin door niets weerhouden.
Dus, wilde hij geen financieele middelen ontvangen voor zijn werk.

Maar nu, wordt dit door de schijnapostelen aangegrepen om aan te tonen dat Paulus geen ware apostel is.

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Maar wat ik doe, zal ik blijven doen, om hun de gelegenheid af te snijden, die er een zoeken, zodat zij in hetgeen, waarin zij roemen, blijken te zijn zoals ook wij.

Ja, in de voorgaande verzen, 5- 9, heeft Paulus aangegeven dat hij geen “deskundige” was als het ging over spreken naar menselijke wijsheid!
Dat kon zeker gesteld worden, maar dat had hij in kennis volledig overtroffen!

Om dat verder aan te geven stelt Paulus dat hij, toen hij in Korinthe het evangelie was komen verkondigen, dat hij op geen enkele wijze deze mensen om financieele middelen had gevraagd. Hierin had Paulus zich vernederd.

Maar dit werd nu tegen hem gebruikt, door de schijnapostelen, om te laten zien dat Paulus geen echte apostel was.

Ga je mee?
10 Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is: dit roemen zal mij niet belet worden in de streken van Achaje.
11 Waarom niet? Omdat ik u niet liefheb? God weet het.
12 Maar wat ik doe, zal ik blijven doen, om hun de gelegenheid af te snijden, die er een zoeken, zodat zij in hetgeen, waarin zij roemen, blijken te zijn zoals ook wij.
13 Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.
14 Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.

Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is: dit roemen zal mij niet belet worden in de streken van Achaje.

Nee, Paulus zal hierin niet van zijn gekozen weg afwijken!
Paulus had nergens om een geldelijke vergoeding gevraagd en zou dit blijven doen.

Soms had Paulus wel geldelijke vergoedingen gekregen maar dan was het altijd van buitenaf. (2 Kor. 11: 8; Fill. 4: 14- 16)

De roem van Paulus was hierin een belangrijk element.
Paulus had er heel specifiek voor gekozen om op geen enkele wijze het evangelie te belemmeren en zo een keuze gemaakt om geen financiele middelen te ontvangen, dan soms van buitenaf en dit zou zo blijven.

1 Korinthe 9:
14 Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven.
15 Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan - neen, mijn roem zal niemand verijdelen!

In deze tekst zien we twee belangrijke zaken.
Enerzijds, de Here heeft een regel gesteld, die het evangelie verkondigen, mogen hiervan leven. Dus met andere woorden, als iemand het evangelie predikt dan mag deze persoon daarvoor vergoed worden vanuit de gemeente.

Anderzijds, Paulus maakte hier geen gebruik van. En dit was zijn recht! Dit was zijn roemen!

Nee, Paulus had een opdracht gekregen van de Heere Jezus zelf en die moest uitgevoerd worden. Niets zou dit in de weg staan.

Achaje is de Romeinse provincie, waarvan Korinthe de hoofdstad was.
Waarom niet? Omdat ik u niet liefheb? God weet het.

En waarom wilde Paulus geen geld aannemen voor zijn diensten?
Omdat er geen liefde was voor de gelovigen in Korinthe?  Nee absoluut niet! Het tegenovergestelde! En God wist dit! God was zijn getuige hierin!
Paulus had juist heel veel liefde voor de gemeente van Korinthe.
Maar nu waren het weer de schijnapostelen die “in sluwheid” probeerde de gemeente van Korinthe te verleiden met leugens.

En die leugen was dat als er een relatie van liefde was geweest tussen Paulus en de gemeente te Korinthe dan had hij hen om middelen gevraagd om hem te ondersteunen.

Maar dat is verre van de opdracht en het geloof van Paulus!

2 Korinthe 2:
4 Want in zware druk en beklemdheid des harten heb ik onder vele tranen u geschreven, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt kennen, die ik in overvloedige mate voor u koester.

De liefde van Paulus voor de gemeente was een volmaakte liefde die hij in overvloedige mate koesterde!

2 Korinthe 12:
15 Ik voor mij zal zeer gaarne offers brengen, ja, mijzelf opofferen voor uw zielen. Ontvang ik soms minder liefde, naarmate ik u meer liefheb?

Maar wat ik doe, zal ik blijven doen, om hun de gelegenheid af te snijden, die er een zoeken, zodat zij in hetgeen, waarin zij roemen, blijken te zijn zoals ook wij.

De tegenstanders van Paulus hebben zich erop beroemd dat zij apostelen zijn, ja, zelfs betere apostelen dan wat Paulus claimde te zijn!
Maar door het verschil in handelswijze, dat vooral nu tot uitdrukking komt door het wel of niet eisen/aannemen van financiele ondersteuning, wordt hun deze mogelijkheid tot roemen ontnomen.

En zo blijft Paulus handelen, zoals hij altijd handelde. Dit om de schijnapostelen de gelegenheid af te snijden om te roemen in het feit dat zij wel financiele middelen eisten/aannamen.

Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.

Vanaf dit vers gaat Paulus nog duidelijker spreken!
Hij gaat hen zelf benoemen! (Vers 22)

Paulus benoemd deze schijnapostelen nu op drie verschillende manieren.
A. Het zijn schijnapostelen.
B. Bedrieglijke arbeiders.
C. Die zich voordoen als apostelen van Christus.

Het woord vertaald “schijnapostelen” komt van het Griekse woord “pseudapostolos” en dit woord betekent “onware apostel”, of “iemand die ten onrechte beweert een apostel te zijn”.

Ze werden bedrieglijke arbeiders genoemd.
En ja, dat waren ze! Als onware apostelen waren ze bedrieglijk!
Het waren leugenaars!

En zo deden ze zich voor als “apostelen van Christus”, maar dit waren ze niet!

Matteus 7:
13 Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan;
14 want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.
15 Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven.
16 Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels?
17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort.
18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen.
19 Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
20 Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.

Ben jij een strijder voor het evangelie van Christus?
Heb jij Zijn woord in jou hart geborgen?
Wandel jij op de smalle weg?

Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.

En ja, wat deze schijnapostelen doen is geen wonder!
Zij laten aan de buitenkant een licht zien!
En zo doet de satan zich ook voor!

Tegenover God, die wat Zijn wezen betreft “licht is”, 1 Joh. 1: 5, 7; 1 Tim. 6: 16, staat de satan die in het nieuwe Testament als de vorst der duisternis wordt afgeschilderd. (Handl. 26: 18; Efeze 6: 12; Koll. 1: 13)
Ja, satan is duisternis en één al en duisternis.

In dit vers lezen we dat, ondanks dat hij alleen maar vol is van duisternis, dat hij zich kan voordoen als licht!

En ja, dit alles begon al in de hof van Eden, toen de satan tot Eva kwam met de woorden dat ze niet zou sterven! Maar ze stierf wel.

Broeders en zusters, vrienden! Lees en lees opnieuw!
Satan is een leugenaar en een aanklager! Satan is alleen maar duisternis!

Maar hij wil de kinderen van God verleiden. En één van zijn manieren is om te verschijnen als “licht”.
PAS OP!! PAS OP!! PAS OP!! PAS OP!!

Wat schreef Paulus aan de gemeente te Tessaloniki?

1 Tess. 2:
9 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen,
10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.
11 En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven
12 opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.

Satan komt met allerlei krachten, tekenen, bedrieglijke wonderen en verlokkende ongerechtigheid!

Ware kinderen van God. Open je ogen en oren en luister!
Luister aandachtig en maak een onderscheid!

Heb het woord in je gedachten en in je hart!
Zodat je kunt onderscheiden!

De gemeente te Korinthe had zich laten verleiden!
Waar sta jij?

-------------------------------------------------------------------------------------

Daar velen roemen naar het vlees, zal ook ik eens roemen.

In de voorgaande verzen, vers 10- 14, heeft Paulus de gemeente te Korinthe heel duidelijk gemaakt dat hij zijn “gekozen weg”, om geen financieele middelen aan te nemen van gemeenten waar hij aan het werk was, voort te zetten.
En dit zelfs om de schijnapostelen een weg af te snijden!

En ja, dan komt hij tot een zeer krachtig woord aangaande de schijnapostelen in vers 13 en 14: “Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts”.
En daarmee gaat Paulus verder in vers 15.
Ga je mee?
15 Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.
16 Nog eens: niemand houde mij voor onverstandig; of anders: aanvaardt mij als een onverstandige; dan kan ik ook een weinig roemen.
17 Wat ik zeg, zeg ik niet naar de Here, maar als in onverstand, aangenomen, dat wij mogen roemen.
18 Daar velen roemen naar het vlees, zal ook ik eens roemen.
19 Gij hebt immers gaarne geduld met onverstandigen, omdat gij zo verstandig zijt:
20 gij verdraagt het immers, als iemand u als slaven gebruikt, als iemand u opeet, als iemand beslag op u legt, als iemand groot doet, als iemand u in het aangezicht slaat.

Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.

Ja, satan doet zichzelf voor als een engel van het licht.
Dan is het niet bijzonder dat zijn dienaren dit ook doen.

Hoe doen zij zich voor? Als dienaren der gerechtigheid!

Handl. 13:
6 En na het gehele eiland doorgetrokken te zijn tot aan Pafos, troffen zij een zekere tovenaar aan, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Barjezus;
7 hij hield zich op bij de landvoogd Sergius Paulus, een verstandig man. Deze begeerde het woord Gods te horen en liet Barnabas en Saulus tot zich roepen
8 Maar Elymas, de tovenaar, want zo wordt zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken.
9 Doch Saulus, anders gezegd Paulus, vervuld met de Heilige Geest, zag hem scherp aan, en zeide:
10 Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?

Ja, de eerste gemeente werd geplaagd door valse profeten.
En zo moest Paulus ook deze Barjezus een zoon van de duivel noemen.

Want ja, dat is wat een valse leraar is, een zoon van de duivel!

Nog eens: niemand houde mij voor onverstandig; of anders: aanvaardt mij als een onverstandige; dan kan ik ook een weinig roemen.
Nadat Paulus eerst duidelijk heeft gemaakt waarom hij zichzelf toch gaat verdedigen, dit omwille het gevaar van valse profeten, keert hij nu terug naar de eigenlijke verdediging.

Met de woorden “nog eens” gaat hij terug naar vers 1.
In wezen vind Paulus het een uiting van dwaasheid om zichzelf aan te prijzen en zo een vergelijking te maken met de valse leraars, maar hij moet dit wel doen.

Als eerste zegt Paulus nu dat niemand hem voor onverstandig moet houden maar als dat niet mogelijk is stelt Paulus, “aanvaardt mij als een onverstandige; dan kan ik ook een weinig roemen”.
Wat ik zeg, zeg ik niet naar de Here, maar als in onverstand, aangenomen, dat wij mogen roemen.

In de woorden van dit vers stelt Paulus een aantal zaken duidelijk voor ogen.
A. Wat ik zeg, zeg ik niet naar de Here.
B. Wat ik zeg, zeg ik in onverstand.
C. Aangenomen dat wij mogen roemen.

Wat zegt Paulus hier.
Paulus heeft in het vorige vers aangegeven dat hij gaat roemen.
Maar dit roemen hoort helemaal niet bij de apostel, maar hij moet!
Hij moet dit doen om de schijnapostelen de pas af te snijden.

Dus, Paulus gaat roemen, maar dat hoort niet bij een ware apostel, en zo komt hetgeen wat hij gaat zeggen niet van de Here.

Dus nee, wat Paulus nu gaat schrijven is niet volgens een ware apostel. Maar hij wordt gedwongen om deze zaken te gaan delen, dit om voor eens en voor altijd de schijnapostelen de pas af te snijden.
Daar velen roemen naar het vlees, zal ook ik eens roemen.

En zo, gaat Paulus roemen in het vlees!!
En ja, dan gaat het over afkomst en opleiding!
Gij hebt immers gaarne geduld met onverstandigen, omdat gij zo verstandig zijt:  gij verdraagt het immers, als iemand u als slaven gebruikt, als iemand u opeet, als iemand beslag op u legt, als iemand groot doet, als iemand u in het aangezicht slaat.

Een groot deel van dit hoofdstuk tot nu toe is een speling met woorden en hun betekenis geweest. Het woord onverstandig en verstandig hebben een belangrijk deel ingenomen.
En dat vaak met een ironische toon!

Nu spreekt Paulus opnieuw de gemeente toe en stelt dat zij “gaarne geduld hadden met onverstandigen”. Hij houdt hen een spiegel voor!
Ja, ze luisterden gaarne naar de schijnapostelen!
Tot welke lengte?

Zelfs tot de lengte dat Paulus hier moet stellen, gij verdraagt het immers, als iemand u als slaven gebruikt, als iemand u opeet, als iemand beslag op u legt, als iemand groot doet, als iemand u in het aangezicht slaat”.

Ja, de gemeente te Korinthe verdroegen de schijnapostelen als zijnde dat zij slaven waren.
Dit geeft een beeld van de schijnapostelen. Zij wilden heersen! (1 Petrus 5: 2, 3: 3 Joh. 9, 10)
Dan stelt hij, als iemand jullie opeet!
Dit laat zien dat deze schijnapostelen wel financiele ondersteuning vroegen en hen zo opaten! (Matt. 23: 14)

Dan stelt hij, als iemand beslag op u legt!
Christus had hen vrijheid gegeven, nu kwamen ze weer onder een juk terecht. (Galaten 5: 1)

Dan stelt hij, als iemand groot doet!
Ja, de schijnapostelen deden groot! (2 Kor. 10: 12)

En dan stelt hij, als iemand u in het aangezicht slaat!
Ja, zij lieten zich in het gezicht slaan! Zij lieten zich gebruiken!
De binnengedrongen schijnapostelen zijn meesters in het vernederen van hun medegelovigen, zoals ze ook Paulus vernederd hadden en hem daarmee als het ware in het gezicht geslagen hadden. (2 Kor. 10: 10)

----------------------------------------------------------------------------------------

Hebreeen zijn zij? Ik ook. Israelieten zijn zij? Ik ook. Nageslacht van Abraham zijn zij? Ik ook.

In de voorgaande verzen, vers 15- 20, heeft Paulus opnieuw een beroep gedaan op de gemeente te Korinthe om een stuk “onverstand” te verdragen van Paulus.
Dit was niet naar zijn eigen handelen, dit was ook niet naar de wil van de Here, maar hij moest dit doen!  Hij moest dit doen om de schijnapostelen te ontmaskeren!

En zo moest Paulus gaan roemen in het vlees!
Dit zoals de schijnapostelen ook deden.

Ga je mee?

21 Tot mijn schande moet ik erkennen, dat wij te zwak geweest zijn. En toch, wanneer iemand iets durft - ik spreek in onverstand - dan durf ik ook.
22 Hebreeen zijn zij? Ik ook. Israelieten zijn zij? Ik ook. Nageslacht van Abraham zijn zij? Ik ook.
23 Dienaren van Christus zijn zij? - ik spreek tegen mijn verstand in - ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal.

Tot mijn schande moet ik erkennen, dat wij te zwak geweest zijn. En toch, wanneer iemand iets durft - ik spreek in onverstand - dan durf ik ook.
De woorden van dit vers zijn opnieuw vol ironische zelfspot!
Ja, als Paulus zich ging vergelijken met de schijnapostelen dan was hij zwak geweest.
Dit zou hij volledig erkennen!

Maar dan stelt Paulus gelijk daarachteraan, “en toch, wanneer iemand iets durft - ik spreek in onverstand - dan durf ik ook”.

Dus ja, als iemand iets durft te zeggen en te stellen naar de graadmeter van onverstand, dan durft Paulus dat ook!!
Deze woorden waren nodig om de gemeente te Korinthe te laten zien dat zij onverstandigen accepteerden en het was nodig om de schijnapostelen te ontmaskeren.
Ja, als zij iets durven te stellen, menen sterk te staan, dan zou Paulus laten zien dat hij hen zelf daarin zou overtreffen!

Hebreeen zijn zij? Ik ook. Israelieten zijn zij? Ik ook. Nageslacht van Abraham zijn zij? Ik ook.

En zo komt Paulus in dit vers met woorden die de schijnapostelen heel speficiek benoemen.
Door dit vers weten we precies wie deze mensen zijn.

Zijn zij Hebreeen? Dat was Paulus ook!
Zijn zij Israelieten? Dat was Paulus ook!
Zijn zij nageslacht van Abraham? Dat was Paulus ook!

Vanuit deze woorden zien we dat we hier spreken over diegene uit het volk van Israel die vast wilden houden aan de Joodse tradities, zoals de besnijdenis, reinheidswetten en het houden van de wet van Mozes. (Handl. 15: 1- 35 ; Galaten en Filippenzen)
Wat had Paulus geschreven in Fillipenzen aangaande zijn afkomst?

Filippenzen 3:
2 Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis!
3 Want wij zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen.
4 Ofschoon ik voor mij wel reden zou hebben om ook op vlees vertrouwen te stellen.Indien een ander meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer:
5 besneden ten achtsten dage, uit het volk Israel, van de stam Benjamin,
6 een Hebreeer uit de Hebreeen, naar de wet een Farizeeer, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk.

7 Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht.
8 Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen,
9 en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof.

Ja, Paulus was ook een Hebreeer! Hij was een Israeliet! En hij was uit het geslacht van Abraham.
En toch had Paulus dit alles om schade geacht, en dit om Christus wil!
Waarom schrijft hij dit?

Dit schrijft hij omdat, zoals in vers 8 en 9 beschreven wordt, als iemand een Hebreeer is, als iamand een Israeliet is en uit het geslacht van Abraham kwam, was dit een goede zaak, maar het maakte iemand nog niet een rechtvaardige. En dit omdat uit de wet, die gegeven was door God, niemand rechtvaardig kon worden. Dit omdat iedereen een zondaar is.

Maar de schijnapostelen die paradeerden met hun vleselijke afkomst.
Zij waren ervan overtuigd dat hun vleselijke afstamming van Abraham een ticket naar de hemel waard was, en dit zonder voorwaarde! Puur omdat zij het uitverkoren volk waren.
(Matteus 3: 1- 12)

Wat zei Paulus in Galaten?

Galaten 1:
13 Want gij hebt gehoord van mijn vroegere wandel in het Jodendom: ik heb de gemeente Gods bovenmate vervolgd en getracht haar uit te roeien,
14 en in het Jodendom heb ik het verder gebracht dan vele van (mijn) tijdgenoten onder mijn volk, als hartstochtelijk ijveraar voor mijn voorvaderlijke overleveringen.

Ja, als Paulus over zijn vleselijke achtergrond sprak dan kon hij stellen dat hij het verder had gebracht dan veel van zijn tijdgenoten! Hij was, voordat hij door geloof in Christus gerechtvaardigd werd, een harstochtelijk ijveraar voor het Jodendom!

In de vroege gemeente waren er veel Joden die niet geloofden dat zij geloof, bekering en verandering nodig hadden. Zij waren ervan overtuigd dat zij “het uitverkoren volk” van God waren. Zij dachten, omdat zij de vleselijke kinderen waren van Abraham, dat zij “automatisch” de kinderen van God waren. (Johannes 8: 31- 47)
Maar daar zaten zij fout!
Nee, ze geloofden niet dat ze een zaligmaker nodig hadden en ze bleven bij de wetten van het eerste verbond.

Zo spreekt het nieuwe verbond niet! (2 Kor. 3: 1- 18)
Het nieuwe verbond spreekt over een zaligmaker voor alle mensen, eerst voor de Jood en daarna ook voor de heiden.
Alle mensen hebben gezondigd en komen tekort aan de heerlijkheid van God.

En zo werden Paulus en alle andere apostelen verhinderd in hun werk, door deze Joden, die leerden dat zij geen Jezus nodig hadden en geen wedergeboorte nodig hadden.

(We zien dit ook in Handelingen 15 en in het boek van Galaten en Filippenzen)

Dienaren van Christus zijn zij? - ik spreek tegen mijn verstand in - ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal.

En ja, in dit alles claimden de schijnapostelen zelfs dienaren van Christus te zijn.
En dit was een leugenclaim! (Vers 13- 15)
Maar zelfs als ze dat waren, Paulus nog meer!

En ja, zo roemden ze op afkomst en prestaties!
Zij claimden in moeiten te zijn.
Paulus nog veel vaker!

Zij claimden in gevangenschap te hebben verkeerd.
Paulus veel vaker!

Zij claimden te zijn geslagen.
Paulus al te zeer!

Zij claimden in doodsgevaren te verkeren.
Paulus menigmaal!

En ja, al deze zaken bewijzen, die Paulus onwille zijn dienst aan Christus waren aangedaan, dat hij een ware dienstknecht van Christus was.

En zo roemde Paulus! Uit onverstand!
Maar hij moest dit wel doen! Dit om de schijnapostelen te ontmaskeren!

------------------------------------------------------------------------

Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-eenslagen ontvangen.

In de voorgaande verzen, vers 20- 23, hebben we gezien hoe Paulus “uit onverstand” moest gaan spreken. Hij wilde dit niet! Maar hij moest dit doen.
Hij moest dit doen om de schijnapostelen te ontmaskeren.

Wie waren deze schijnapostelen?
Zij waren hen die Hebreers waren, hen die Israelieten waren en zij die het nageslacht van Abraham waren. Zij waren het uitverkoren volk van God, maar ze hadden niet als uitverkoren volk geluisterd!
Ze waren blijven hangen in hun afkomst en in hun prestaties.

En ja, deze waren het die in de gemeente te Korinthe zich hadden voorsteld als “apostelen van Christus”. (Vers 13- 15)
Maar dit waren zij duidelijk niet.
Ze wilden de wet van Mozes binden, ze wilden de besnijdenis binden en ze wilden andere rituelen binden.

Ga je mee?
24 Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-eenslagen ontvangen,
25 driemaal ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee;
26 telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders;
27 in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid;
28 (en dan), afgezien van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten.

Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-eenslagen ontvangen.

De hier genoemde “veertig-min-eenslagen” is ontleend aan Deut. 25:

Deut. 25:
1 Wanneer mannen een twist hebben en daarmee voor het gerecht komen, en men wijst vonnis door de onschuldige in het gelijk te stellen en de schuldige te veroordelen,
2 Dan zal, indien de schuldige slagen verdiend heeft, de rechter hem doen neerliggen en hem in zijn tegenwoordigheid een aantal slagen doen geven in overeenstemming met zijn schuld.
3 Veertig slagen zal hij hem doen geven, niet meer; opdat niet, wanneer hij hem nog meer slagen zou laten geven, uw broeder in uw ogen verachtelijk zou worden.

Door de “veerig-min-eenslagen” wilden de Joden aan de veilige kant blijven van de “veertig slagen” uit Deut. 25. Of, stel dat je verkeerd zou tellen! Op deze manier bleven ze aan de veilige kant.

Het leven van Paulus, in het nieuwe Testament, beschrijft niet deze “veertig-min-eenslagen” en hoe en wanneer deze zouden zijn toegepast op hem. Dus we weten niet precies wat de omstandigheden waren waarin dit gebeurd was.
Maar gebeurd was het! En dat van zijn eigen volk!
En dit omdat hij een gekruisigde Christus predikte!
Dit omdat hij predikte dat er een andere wet was, de wet van Christus. (Rom. 7: 1- 6)

Met deze en de woorden van de volgende verzen gaat Paulus verder om een beschrijving te geven van de gevaren die hem in zijn werk als dienstknecht van Christus zijn overkomen.

Driemaal ben ik met de roede gegeseld.

Dit betekent dat iemand met een stok word geslagen.

We vinden een voorbeeld hiervan in Handelingen 16

Handl. 16
19 Toen nu haar eigenaars zagen, dat hun kans op voordeel verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen naar de markt voor de overheid,
20 en toen zij hen bij de hoofdlieden gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen brengen onze stad in rep en roer, daar zij Joden zijn,
21 en zij verkondigen zeden, die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of volgen.
22 Ook de menigte schoolde tegen hen samen en de hoofdlieden scheurden hun de kleren van het lijf en lieten hen met de roede geselen;
23 en na hun vele slagen gegeven te hebben, wierpen zij hen in de gevangenis met bevel aan de bewaarder hen zorgvuldig te bewaken.

Eens ben ik gestenigd.

Deze steniging staat beschreven in Handl. 14

Handl. 14:
19 Maar er kwamen Joden van Antiochie en Ikonium en zij praatten de scharen om en stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, menende, dat hij dood was.

Driemaal heb ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee.

We weten uit Handl. 27 dat Paulus in een schipbreuk was, maar dit gebeurde na het schrijven van 2 Korinthe, dus die gebeurtenis kan hier niet bedoeld worden.

Wat we wel leren van Handl. 27 is dat een schipbreuk gepaard ging met veel strijd, hoge golven en zware stormen. Ja, grote strijd!
En ja, Paulus had dit alles ondergaan omwille het evangelie. Omwille zijn liefde voor de mensen om het evangelie te brengen en het vrucht te laten dragen.

Telkens op reis, in gevaar door rivieren en in gevaar door rovers.

Met deze woorden gaat Paulus een begin maken, om een aantal gevaren te benoemen, die hem tijdens deze reizen zijn overkomen.
En zo waren ze telkens op reis en op die reizen waren er veel gevaren, gevaren van rivieren en van rovers.
Ja, veel van de reizen van Paulus gingen over water. Veel van de reizen werden ook te voet afgelegd. En zo was water en rovers een constant gevaar.

In gevaar door volksgenoten.

Ja, op deze reizen waren Paulus en de andere apostelen ook in gevaar van eigen volksgenoeten, de Joden.
Overal waar Paulus heenreisde ging hij altijd naar de synagoge, als die er was, om te redeneren met de Joden, maar dit ging vaak fout. Vaak, helemaal fout!

Vergelijk: Handl. 9: 23- 31; Handl. 13: 13- 52; Handl. 14: 1- 23: Handl. 17: 1- 15; Handl. 18: 1- 17

In gevaar door heidenen.

Ja, ook van heidenen waren er gevaren.

Vergelijk: Handl. 14: 1- 16; Handl. 19: 21- 41

In gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee.

Ja, overal waar de apostelen waren was gevaar.
Er was nergens een plek die volledig veilig was!
Zoals Jezus geen plaats had om werkelijk te rusten, zo hadden de apostelen ook geen echte plaats van rust!
Waarom? Alleen maar omdat ze het goede nieuws brachten!

In gevaar onder valse broeders.

Ja, er waren zelfs broeders die uiteindelijk valse broeders werden.

We zien voorbeelden hiervan in het boek van Timoteus.
1 Tim. 1: 19- 20; 1 Tim. 4: 1- 2; 2 Tim. 1: 15; 2 Tim. 4: 10

Vergelijk ook:
2 Petrus 2: 1- 22

Ja, het is één zaak om met valse profeten en leraars te maken te hebben, maar het is een hele andere zaak om met valse broeders te maken te hebben.
Ja, dit waren mensen die vrijgekocht waren door het bloed van Jezus. (2 Petrus 2: 1)
En toch waren ze weer verstrikt geraakt in de wereld! (2 Petrus 2: 19- 22)

En zo waren deze broeders als een gewassen zeug teruggegaan naar de modderpoel en als een hond teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel.

Is dit geen trieste zaak?

In moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid;

Ja, naast alle gevaren waren er ook moeiten en ontberingen die het leven van Paulus kenmerkten. En dit alles ten dienste van de gemeente! Ten dienste van het evangelie!

(en dan), afgezien van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten.

Ja, nadat Paulus vele gevaren, ontberingen en moeiten heeft benoemd, komt hij als laatste met twee zaken 1) “afgezien van de dingen die er verder nog zijn, en de dagelijkse beslommering”.
Ja, Paulus heeft met alle dingen te noemen nog niet eens alles genoemd.

Daarnaast komt er nog een grote zorg die hij heeft en dat is 2) “de zorg voor al de gemeenten”.

Ja, Paulus hield van de gemeente!
Het geestelijk welzijn van de gemeente was zijn zorg!

In al deze woorden zien we hoe Paulus vleselijk heeft geleden.
In al deze woorden heeft Paulus duidelijk gemaakt dat, als er iemand mag roemen naar het vlees, dan was hij het zelf wel.
De schijnapostelen konden hier zeker niet tegenop!
Dit deed ook hun beschaamd staan.

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Moet er geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen.

In de voorgaande verzen, vers 24- 28, heeft Paulus een beeld gegeven wat hij allemaal “in het vlees” heeft moeten verduren.
Paulus wilde niet over deze zaken schrijven maar hij werd gedwongen door hen die als schijnapostelen de gemeente te Korinthe waren binnengedrongen.
Deze schijnapostelen waren sterk aan het paraderen over hun afkomst en over hun prestaties “in het vlees”. En zo werd Paulus gedwongen om mee te gaan in “dit onverstand”.

Zo zei Paulus in vers 17: “Wat ik zeg, zeg ik niet naar de Here, maar als in onverstand, aangenomen, dat wij mogen roemen”.

En nee, Paulus wilde dit niet doen, het was niet naar zijn eigen wil, het was niet naar de wil van de Here, maar hij werd gedwongen om “in onverstand” de gemeente te Korinthe wakker te schudden!

Ga je mee?

29 Indien iemand zwak is, zou ik het dan niet zijn? Indien iemand aanstoot neemt, zou ik dan niet in brand staan?
30 Moet er geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen.
31 De God en Vader van onze Here Jezus, geprezen zij Hij in eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg.
32 Te Damascus liet de stadhouder van koning Aretas de stad der Damasceners bewaken, om mij te grijpen,
33 en door een venster in de muur werd ik in een mand neergelaten en ik ontkwam aan zijn handen.

Indien iemand zwak is, zou ik het dan niet zijn? Indien iemand aanstoot neemt, zou ik dan niet in brand staan?

Nu Paulus in vers 22- 28 zeer sterk had geroemd “naar vleselijke maatstaven” gaat hij terug naar de realiteit!

En wat is de realiteit?
1) Als iemand zwak is, zou ik het dan niet zijn?
2) als iemand aanstoot neemt, zou ik dan niet in brand staan?

Ja, wie is er (ooit) zwak, dat ik (als gevolg daarvan) niet zwak ben?
Het medeleven van Paulus, zijn zorg voor de gemeenten gaat heel ver. (Vers 28)
Als er iemand zwak is dan is Paulus ook zwak.

We hebben daarvan eerder al gelezen:
1 Korinthe 1:
19 Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen;
20 en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet - hoewel persoonlijk niet onder de wet - om hen, die onder de wet staan, te winnen;
21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet - hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus - om hen, die zonder wet zijn, te winnen.
22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden.

En ja, is dit geen ware apostel?
Iemand die zwak wordt als een ander zwak is!
Dat is pas ware zorg en dat is pas leiderschap!

En ja, als iemand aanstoot neemt, zou ik dan niet in brand staan?
Ja, als er iemand was die ergens een aanstoot aan nam, dan was Paulus de eerste die “in brand” stond om dit zeer persoonlijk op te nemen.

En zo hebben we gelezen:

1 Korinthe 8:
13 Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven.

Vergelijk ook: 1 Korinthe 10: 31- 33

Wow, dit is prachtig!
Dit is leiderschap, zoals Jezus een leider was!
Een leraar staat niet boven de leerling!
De liefde en zorg van Paulus was zo groot dat hij geen vlees meer zou eten als zijn broeder aanstoot nam aan het eten van vlees.

En ja, dit is waar Paulus in roemde!
Dit is waar Paulus in wilde laten zien dat hij een ware apostel was.

Moet er geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen.

En hoe roemt Paulus? Hij roemt in zijn zwakheid!
Het woord vertaald zwakheid komt van het Griekse woord “astheneia” en dit woord betekent “krachteloosheid, zwakte en gebrek aan kracht”.

Ja, Paulus stond met veel trots in eigen zwakte, in eigen krachteloosheid en in eigen gebrek aan kracht! Waarom? Alleen zo kon God groot worden en Zijn kracht laten zien!
En daar ging het Paulus om!

De schijnapostelen konden alleen maar roemen in afkomst en vleselijke prestaties!
Paulus roemde in zijn zwakheid! En alleen zo kon God groot worden en Zijn kracht laten zien!

Paulus roemde in zaken waar niet hij werd gezien, maar waar God en Zijn kracht werden gezien.
En ja, dit was juist het tegenovergestelde van de schijnapostelen.
Die paradeerden op afkomst en prestatie.

De God en Vader van onze Here Jezus, geprezen zij Hij in eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg.

Ja, dat Paulus roemt in zijn zwakheid is een feit!
De God en Vader van de Here Jezus Christus die geprezen is tot in der eeuwigheid weet dit en is zijn grote getuige.

Ja, dit is een krachtige uitspraak!
Maar God weet en dat is voldoende.
Te Damascus liet de stadhouder van koning Aretas de stad der Damasceners bewaken, om mij te grijpen, en door een venster in de muur werd ik in een mand neergelaten en ik ontkwam aan zijn handen.

En zo gaat Paulus vertellen over wat er gebeurd is in Damascus. En dit gebeurde niet lang nadat Paulus tot Zijn werk was geroepen als apostel.

En ja, iemand die op afkomst zou paraderen zou dit voorbeeld niet geven.
Want in dit voorbeeld staat geen menselijke prestatie centraal, maar de grote kracht van God.

We vinden dit verhaal in Handelingen 9: 23- 25:
Handelingen 9:
22 Doch Saulus trad steeds krachtiger op en bracht de Joden, die te Damascus woonden, in verwarring door te bewijzen, dat deze de Christus is.
23 En toen er verscheidene dagen verlopen waren, beraamden de Joden het plan hem te vermoorden,
24 maar hun toeleg kwam ter kennis van Saulus. En zij hielden dag en nacht de wacht bij de poorten om hem te vermoorden;
25 doch zijn discipelen namen hem en lieten hem des nachts in een mand over de muur zakken.

Ja, door dit alles heen ging Paulus goed begrijpen dat hij een bediening had gekregen waarin lijden, vernedering en gevaarlijke situaties de zijne zouden zijn.
En zo komt Paulus op het noemen van deze ervaring als hij spreekt over het roemen in zwakheid.
Ja, dit is het verhaal van Paulus.
Hij getuigde van die zaken waar God groot werd.
En dit in grote tegenstelling tot de schijnapostelen.

Broeders en zusters, waar staan wij als het gaat over onze roemen?
Waar roemen wij in?

Roemen wij in zwakheid?
Roemen wij in die zaken waar God groot gemaakt wordt, ook al betekent dit lijden en verdriet?

Dit is waar Paulus stond!
Hij roemde in die zaken waar God centraal stond en waar Zijn kracht en liefde duidelijk werd.

Roemen wij in het zorgen dat we geen aanstoot zijn voor anderen?
Dit is waar Paulus stond! Hier zat de grote kracht van Paulus!
In liefde klaar staan voor zijn medebroeders en zusters. Zorgen dat niemand aanstoot zou hebben aan iets wat Paulus deed.

Deze zaken waren zijn zorg! Waar sta jij?

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven